Zoekresultaten
63 items gevonden voor ""
- R.T.M. M 67
R.T.M. M 67 Deze in februari 1993 gebouwde motorwagen uit de eerste bouwserie werd in mei 1997, samen met het overige materieel, verkocht aan de R.T.M. in Ouddorp en was de eerste zelf gebouwde motorwagen van mijn hand . Het heeft naar alle waarschijnlijkheid in de 25 jaar dat het in Ouddorp verbleef, niet of nauwelijks gereden, met als oorzaak de slechte NorthWestShortLine motortruck en de afwijkende koppelingen. Door bemiddeling van A. de Beijer (R.T.M. Ouddorp) bij het bestuur van de R.T.M. is deze M 67 terug verkregen als compensatie voor het herstel van de R.T.M. MABD 1602 'Reiger'. Dit model stond tot 6 juni 2022 bij de R.T.M. in Ouddorp en is nu terug in mijn collectie, waarmee een lang gekoesterde wens in vervulling ging. Het had een oude N.W.S.L. powertruck en een L.G.B. loopdraaistel, welke zijn vervangen door een HLW Urban met uitstekende rij-eigenschappen. In de bagageruimte was een grote 12V accu ondergebracht, die de spanning verzorgde voor de verlichting en de rookgenerator. Deze accu diende tevens voor extra gewicht voor betere adhesie. De rookgenerator kan gevuld worden met echte diesel. Vóór de uitlaat is een aanjager geplaatst die de ontwikkelde rook uit de rookgenerator via de uitlaat naar buiten blaast. Omdat de accu voor onafhankelijke spanning zorgde, was er al rook aanwezig op het moment van wegrijden. Voor onderhoud en service is de gehele dakplaat afneembaar. De onderhandelingen om deze allereerste motorwagen terug te verkrijgen, werden met succes beslecht. De revisie werd als zelfstandig project gestart op 7 juni 2022 en afgerond op 1 juli 2022, hierbij is de grote accu verwijderd, de motortruck vervangen, het gehele (aluminium) frame vervangen voor een van messing en ontbrekende zaken weer aangebracht, zodat de motorwagen weer in dienst is. Tevens is de loc voorbereid op ombouw naar DCC of accutractie. R.T.M. M67 in oorspronkelijke uitvoering tijdens de tentoonstelling 125 jaar personen en goederenvervoer in de oude Zuid-Ooster busgarage te Gennep, 9 november 1996 R.T.M. M67 nog in de oorspronkelijke uitvoering in de vitrine van het R.T.M. museum te Ouddorp, 26 september 2020 Herstelverslag van R.T.M. M 67 Na een grondige inspectie op ontbreken van onderdelen en het al dan niet werken van de aandrijving, verlichting, rookgenerator, accu en aanjager werd het volgende opgemaakt: 1 De aandrijving werkt nog, maar loopt moeizaam (wordt geconserveerd) 2 De verlichting voor werkt 3 De verlichting achter alleen op de richting filmkast 4 De rookgenerator werkt nog. 5 De accu is defect en laadt niet meer op. 6 De aanjager is defect en draait niet meer 7 1 zijruit is eruit maar wel aanwezig 8 Rechtsachter mist de opstaptrede Alle ontbrekende zaken worden hersteld, de accu is reeds verwijderd, de verlichting wordt vervangen door LED en de aanjager en motorblok worden ook vervangen. Het testen van de oude N.W.S.L. motortruck, kort voor de demontage, M.B.S. werkplaats 7 juni 2022 Op de dakplaat aan de binnenzijde stond deze waardevolle informatie. Zo blijkt uit deze gegevens dat de M67 eerder als M69 uitgevoerd is geweest en conform de realiteit ook brand heeft gehad. Mij staat hiervan bij dat de motorwagen als R.T.M. M69 Revell kleur 070 had, een totaal niet gelijkende kleur. Ik wist toen niet beter, helaas. Van deze uitvoering zijn geen foto's in mijn bezit. Gebouwd op 8 februari 1993, daarmee heeft deze oudgediende een mooie leeftijd..! Onder een vloerdeel vond ik deze tekst terug, dit is de datum van ombouw naar M 67. De looptruck van de M 67, nog geheel intact. Deze komt terug onder de motorwagen, doch met twee gelagerde assen met eigen stroomafname. De NorthWest Short Line motortruck van de M 67 van Amerikaanse makelij. Intact en werkend, maar onbetrouwbaar. De (gegoten) wielen zijn zwaar gecorrodeerd en enkele wielen hebben zelfs een wielbreuk! De truck wordt samen met het oorspronkelijke frame bewaard. De nieuwe Hartland Locomotive Works Interurban motortruck van de M 67. Deze motortrucks hebben en h.o.h. afstand van 64 mm en zijn uitermate geschikt voor zelfbouw modellen. Helaas is H.L.W. enige jaren geleden gestopt met de productie van alle modellen, dus ook deze motortrucks... De M.B.S. werkplaats speurt nog met regelmaat naar dit type aandrijving, de reserve truck in het magazijn is reeds gereserveerd voor motorwagen M.B.S. EL 105. Alle niet meer bruikbare zaken uit de M 67, waaronder de schakelaars, de aanjager, onnodig zware bedrading en oud-bevestigingsmateriaal. Rechtsboven op de afbeelding een stuk lood dat diende als extra verzwaring, daar lood giftig is bij bewerking wordt dit ook niet hergebruikt. De ontmantelde wagenbak van de rechterzijde gezien. De wagenbak van boven gezien. Goed zichtbaar is nu het laminaat vloerdeel (restant), wat is gebruikt als wagenvloer. Eigenlijk totaal ongeschikt voor dit doel. En de wagenbak van de onderzijde bekeken. Hier zijn goed de uitsparingen in het laminaat te zien, om de wielen van de looptruck en het complete motorblok conflictvrij de kunnen laten functioneren. Dit was dan ook de reden om bij het bouwen van volgende modellen L-profiel 10x10mm toe te passen, in plaats van 10x10 aluminium U-profiel met een stuk restant laminaat ertussen geklemd. Zwart geschilderd zichtbaar op de foto's zijn deze aluminium U-profiel framebalken. Aluminium is niet te solderen en daarmee ongeschikt als frame. Tijdens een technisch werkoverleg in de werkplaats is besloten de bovenbouw van het verkeerde aluminium frame te scheiden om een complete herbouw te voorkomen. Het frame is vervangen door een messing L-profiel 10x10mm, conform alle andere gebouwde motorwagens. De kast (of zo U wilt wagenbak, bovenbouw, opbouw, etc.) kon zonder noemenswaardige problemen los gemaakt worden van het oude frame. Dit ging relatief eenvoudig, daar alle stijlen met messing 1mm spijkertjes waren verankerd op dit frame. Diezelfde spijkertjes hielden ook het houtwerk vast aan de staande stijlen, iets wat ook moest worden gewijzigd in 1 mm boutjes en moertjes, zoals de EL 101, EL 102 en de EL 104 ook kennen. Omdat de M67 véél ouder is dan de motorwagens uit de tweede serie, had de M 67 een andere bevestigingswijze. Na 29 jaar is het verkeerde frame gescheiden van de kast, iets wat eigenlijk al in de jaren 90 had moeten gebeuren. De kennis en ervaring was toen nog niet op het niveau van heden, evenals de materialen en middelen. De oude kast van de M 67 zal worden schoongemaakt en hersteld waar nodig en wordt aan het nieuwe frame gesoldeerd. Dit resulteert in een stevige en rigide motorwagen. De 10x10x1 profielen voor het frame zijn binnen en zijn verwerkt. Dit nieuwe, nog te solderen frame wordt op z'n plaats gehouden door de toekomstige gewichtsplaat. Er zijn meteen meerdere profielen besteld, zodat na het voltooien van de M 67, de bouw van de M.B.S. EL 101 als post-bagagewagen volgt. In de collectie bevindt zich weliswaar de R.T.M. 296 als grote 4-assige wagen, maar dit is een stukgoed-wagen. Door een rekenfout van de werkplaats blijkt het frame 40mm te lang te zijn. 48 8,5mm i.p.v. 44 8,5mm. Geen probleem, dit is relatief eenvoudig ingekort tot de juiste lengte. De kast van de M 67 staat op het nieuwe frame. Het krijgt nu z'n overige zaken, zoals de taatsen voor de draaistellen, de buffers, de opstaptreden, etc bevestigd. Wanneer alle zaken aan het frame zijn gemonteerd, pas dan kan de kast (opbouw) geklonken worden. Het vast klinken van de oude kast aan het nieuwe frame. Belangrijk hierbij is, dat in dit geval het frame en de kast bepalen en niet een tekening. Immers, het nieuwe frame is een exacte kopie van het oude, waarbij afwijkingen minimaal zijn. Dit blijkt ook wanneer de kast op het frame wordt vast geklonken, het klopt allemaal precies. De rechterzijde van de M 67. Pas als alle klinknagels zijn geborgd aan het frame, kan met het losnemen van de vele 1mm spijkertjes worden begonnen, waarmee het houtwerk aan de stijlen is vastgezet. Deze spijkertjes worden alle vervangen door 1mm bout-moer verbinding. Op deze foto zijn ook de taatsen voor de motortruck (links), het loop draaistel (rechts), de bevestigingspunten van de koppelingen, de buffers en de bufferplaten te zien. De beugels voor de opstaptreden volgen spoedig... De gelagerde assen zijn inmiddels geleverd. Bovenstaand worden deze in het loopdraaistel gemonteerd, waarbij een connector losnemen mogelijk maakt. Nu is dit loopdraaistel in principe onderhoudsvrij, eenmaal gemonteerd hoeven deze assen niet meer uit het draaistel. Alle tractie voertuigen en later alle rijtuigen en goederenwagens krijgen deze assen. In één keer is financieel iets te veel van het goede, maar proportioneel is dit goed te doen. Tussen de R.T.M. M 67 en de M.B.S. EL 104 zitten 29 jaren bouwervaring, dit is goed te zien wanneer beide wagens op eenzelfde hoogte en gekoppeld staan, de bouwwijze is gelijk gebleven en sterk verbeterd. Omdat het frame is vervangen, is dit op dezelfde hoogte afgesteld, doch de wagenbak heeft een andere maatvoering. De M 67 is destijds van een minder nauwkeurige tekening gebouwd en dat laat zich zien. Dit blijft ongewijzigd, immers de M 67 is géén nieuwbouw zoals de EL 104... Alle oude 'klinknagels' worden vervangen door de 1mm bout-moer verbinding, die een solider geheel vormen. De linker stijl heeft de oude klinknagels nog, van de middelste stijl is alles verwijderd en de rechter stijl heeft van boven af deels al de nieuwe verbinding.. Door het minuscule eigenschap ervan is dit werk zeer tijdrovend. Om het karakter van de M 67 te behouden, worden beide roosters van de machinekamer niet vervangen. Ook blijft er maar één rolluik en één deur beweegbaar, dus zoals het was. 'n Belangrijk element van een motorwagen is de aanjager met rookgenerator-unit. De M 67 was de eerste van vele welke werd uitgerust met een in de werkplaats bedacht systeem, waarbij een aanjager aangezogen lucht door een buis van 6mm blaast, waaraan een rookgenerator (gesloten systeem) is opgenomen. Deze rook wordt samen met de aangezogen lucht vervolgens via de uitlaat naar buiten geblazen, gelijkend een verbrandingsmotor. Omdat de aanjager afhankelijk is van de rijspanning, lijkt het alsof er gas gegeven wordt bij hogere rij snelheden. Met het oude systeem kreeg de rookgenerator de werkspanning van de interne accu (12V=), terwijl de aanjager begon te draaien wanneer er weg werd gereden. Nu krijgt de rookgenerator ook rijspanning aangeboden, dus de rookontwikkeling komt wat later op gang... Wanneer alle materieel t.z.t. wordt aangepast voor digitaal rijden, is er altijd spanning aanwezig op de rails, dus ook op het systeem (verlichting, rookgenerator, geluidssysteem, etc.), alleen zal de aanjager mee lopen met de geregelde rijspanning of in het meest gunstige geval zelfs een geheel eigen regeling via DCC. Op bovenstaande afbeelding wordt de oude uitlaat aangepast. De rookgenerator hangt beduidend lager aan de uitlaat om te voorkomen dat de vloeistof terecht komt in de aanjager. De aanjager met overdruk-kanaal waarop de uitlaat wordt gekoppeld. Links hiervan een gewichtsblok wat uiteindelijk op een motor moet gaan lijken. In de werkplaats wordt flink doorgewerkt om de M 67 gereed te krijgen. Deels om ruimte te maken voor de afbouw van de M.B.S. AB 1 en AB 7, waarvan al sinds januari de afwerking stil ligt en deels om de M 67 in dienst te kunnen stellen. Nu is er nog geen eigen buitenbaan om te kunnen proefrijden, maar daarvoor zijn alternatieven beschikbaar. Alle deuren zijn teruggeplaatst, de motorkamer, de beide stuurstanden en de bagageruimte zijn weer fris grijs geschilderd. De verlichting is weer aangesloten en de motorkamer en de bagageruimte zijn nu ook voorzien van binnenverlichting. Nadat de motor met generator werd teruggeplaatst, is de afwerking van het dak aangevangen. De richting film-kasten krijgen als bestemming "Rotterdam" aan de achterste stuurstand en "Hellevoetsluis" aan de voorzijde. De bedrading hangt nog los onder de motorwagen, de stuurprint met schakelaars en gelijkrichters is in de maak. Aan de onderzijde van de bagageruimte van de M 67 hangt de schakelprint met alle componenten om verlichting, tractie, rookgenerator, etc. te kunnen schakelen. Alle schakelaars zijn voorzien van een label waarbij de stand rood 'aan' is en zwart vanzelfsprekend 'uit'. Ook hier leert de ervaring; de print is in één keer goed gemaakt. Alle bekabeling is in de loc netjes weggewerkt, rechts op de afbeelding gaan twee kabelbomen in de dubbele wand tussen motorkamer en bagageruimte omhoog voor de stroomvoorziening van schijnwerpers, binnenverlichting en de verlichting van de richting-filmkasten. De voorschakel-weerstanden voor de LED's zijn op de print opgenomen voor betere bereikbaarheid met evt. herstel. Nieuw is de testconnector om de loc op de testbank van rijspanning te kunnen voorzien, zonder connectie te maken met de wielen. Alle zelfgebouwde tractie voertuigen worden mettertijd hiermee uitgerust en de testbank krijgt een aansluiting hiervoor. De spanningsregelaar op de print is voor de aanjager, zodat deze is begrenst op 12 V=. De gelijkrichters dienen voor een vaste plus en min gelijkspanning wanneer de rij-richting wisselt. De M 67 staat in de werkplaats op het testspoor voor verdere afwerking en detaillering. Zoals eerder vermeld is gekozen om het uiterlijk van de loc zoveel als mogelijk origineel te laten. Zo zijn de machinekamer roosters, deuren en rolluiken gelaten zoals het op de oude loc ook was. Wel is het dunne metalen dak vervangen voor een houten exemplaar, zoals de EL 102 en EL 104 ook hebben. Met het volgende bouwproject van de EL 101 zal ook deze eenzelfde houten dak krijgen. Het 'zanden' van het dak voordat het de definitieve grijze kleur krijgt. Een mooie detailopname van de linker frontzijde. Tijdens de bouw in 1993 is een gelijkende kleur bruine verf toegepast , maar achteraf gebleken de verkeerde kleur bruin. De bovenste helft is al in de juiste bruine kleur geschilderd, terwijl de onderste helft nog de verkeerde lichte bruine kleur heeft op de stijlen. De oude M 67 naast de iets jongere EL 103, historisch gezien kan dit helemaal niet, in model gelukkig wel. Het is namelijk een en dezelfde motorwagen..! Dit is één van de redenen waarom het wagennummer van motorwagen EL 103 D IV is gewijzigd in EL 102 D V. Links in de huidige R.T.M. uitvoering en rechts in de vooroorlogse M.B.S. uitvoering. Drie stadia van het verwijderen van het oude en aanbrengen van het nieuwe R.T.M. bedrijfslogo. Het oude was ooit een uitgeknipte, fotografisch verkleind, kopie wat in 1993 nog superstrak leek. Tegenwoordig beschikt de werkplaats over moderne methoden, zoals laserprinten op transferpapier met mooie resultaten. Echter is printen met witte inkt voor consumenten erg kostbaar, dus zijn er naar andere oplossingen gezocht. Na het uitsnijden van de vier logo's, is van één het kader ruim uitgesneden. Dit kader is als mal gebruikt om witte correctie inkt aan te brengen op de motorwagen, zodat een witte achtergrond ontstaat. Hierop is, na droging van de witte correctie inkt, het logo aangebracht, wat daarna weer met blanke lak is gefixeerd. De M 67 staat op het testspoor om alle functies te testen, zoals de verlichting, tractie, rookgenerator, etc., erachter de staat de EL 103 D IV. Technisch gezien is de motorwagen goedgekeurd om te rijden op de eigen baan en/of gastbanen. Kleine zaken zoals de opstaptreden en de spansteunen voor het frame, dienen nog te worden aangebracht en zijn in de maak. De herstelrevisie kan morgen 1 juli 2022 worden afgerond. Zoals met de meeste projecten, ontstaat er op het laatste moment toch nog een onregelmatigheid. In dit geval is de kabel naar de achterste koplichten doorboord bij het plaatsen van de opstaptrede. Dit is door de werkplaats weer vakkundig hersteld. Op vrijdag 1 juli 2022 is de R.T.M. M 67 door de M.B.S. werkplaats opgeleverd en in dienst gesteld. Hiermee is dit herstelproject afgerond. Van de M 67 is het volledige frame, aanjager, alle koplichten, stuurprint, ballast-gewicht, dak, twee tussenwanden, twee assen in de looptruck, motortruck, richting-filmkasten, framesteunen, opstaptreden, logo's en koppelingen vervangen. Alle 'ijzerwerk' en beslag van de motorwagen is opnieuw geschilderd in de juiste kleuren, het houtwerk is ongewijzigd. De tijdsduur van het project bedroeg ongeveer 100 uren. De herstelkosten bedroegen ongeveer €175,-- Het oude frame, dak en defecte zaken zijn bewaard en opgeslagen. Getracht is om de M 67 zoveel als mogelijk origineel te laten om het oorspronkelijke karakter van de loc uit 1993 onaangetast en intact te laten, de motorwagen heeft haar identiteit zeer zeker behouden!
- R.T.M. MABD 1602 'Reiger' | Model Buurt Spoor
R.T.M. MABD 1602 'Reiger' De R.T.M. MABD 1602 'Reiger' is het tweede motorrijtuig uit de eerste bouwserie. Gebouwd in het najaar van 1993 werd de bouw op 15 november 1993 zonder gespecialiseerd gereedschap voltooid. Dit model was het eerste volledig in messing gebouwde model. Het had, net als de M 67, M 1806 'Bergeend' en M 65 - ABP 422, een N.W.S.L. motortruck en een L.G.B. loopdraaistel. Ook dit motorrijtuig is in mei 1997 verkocht aan de R.T.M. Op 25 september 2021 kwam d e R.T.M. MABD 1602 'Reiger' terug in de M.B.S. werkplaats voor een complete revisie waarbij het een nieuwe HLW aandrijving, nieuwe elektrische installatie, nieuwe ruiten, een nieuwe verflaag en een volledige schadeherstel kreeg. Alle wijzigingen die na de verkoop in 1997 door derden waren aangebracht, zijn verwijderd en de motorwagen is in de oorspronkelijke staat hersteld. Hierdoor vervielen bijvoorbeeld de vreemde roosters in de onderste ruiten van de machinekamer en ook de schuifruitjes. Deze schuifruitjes verhinderen een juiste werking van de rookgenerator. Op 6 december 2021 is d e restauratie van de R.T.M. MABD 1602 'Reiger' voltooid. Tijdens deze restauratie is de cabine deur links aan de motorzijde vernieuwd, het dakrooster boven de machinekamer vernieuwd en is de motorwagen opnieuw in de lak gezet . Herstelverslag van R.T.M. MABD 1602 'Reiger' Aan de stuurstand van de motorruimte-zijde is de opgelopen schade goed te zien. Nadat de ventilator en een dakdeel boven de motorruimte waren verwijderd, kon de oude en versleten motortruck worden losgenomen. Wat resteert is een ongewone doorkijk naar het testspoor eronder. Rechts de scheidingswand met de stuurstand en links de rookgenerator. Ook de motorruimte wordt hersteld, hierin waren schuifruitjes geplakt, die er oorspronkelijk niet in zaten, evenals de geblindeerde onderruiten. De uitgenomen kunststof linkerdeur, welke zal worden vervangen door een messing exemplaar. Ook zullen alle ruiten worden vervangen, de stijlen blijven voor zover behouden. Goed te zien is dat het dak is herschilderd op een niet zo'n florisante en nauwkeurige manier (helaas). Ook het dak zal worden ontdaan van de oude verflagen, zodat het eindresultaat er weer netjes bij staat. Het plaatwerk is ontdaan van verflagen om het solderen mogelijk te maken. De ruimte die vrijkwam bij het demonteren van de oude motortruck is weer opgevuld met de nieuwe motortruck. Hiervoor moest een 1mm triplex plaat worden gefixeerd waaraan de motortruck draait, deze montagewijze is dezelfde als bij alle tractievoertuigen met gelijke aandrijving. De draaistel zijkanten zijn dezelfde als die er altijd al onder zaten. Een kijkje in de motorruimte, waar de triplex plaat goed te zien is. De wagenvloer van de 1602 is iets minder dan 10 mm dik, de taatspot welke aan de motortruck zit en waar de draden uitsteken, zal later tussen deze 10 mm worden weggewerkt. De draden van de motortruck worden dan aangesloten op een print, waarop ook de schakelaars van de verlichting, de rookgenerator, de aandrijfmotor en de hoofdschakelaar komen te zitten. Om ander materieel mee te kunnen nemen op sleep, zijn koppelingen onontbeerlijk. Aanvankelijk was de 1602 uitgerust met een miniatuur Vicinaux-koppeling waarmee al het materieel uit de 1e serie was uitgerust. Om dan materieel mee te kunnen nemen wat uitgerust is met de gebruikelijke LGB koppeling, is de montage van zo'n koppeling een oplossing. Hiervoor komt de 1602 ruim 5 mm hoger op de draaistellen te staan en liggen de buffers in lijn met standaard LGB materieel. De gekoppelde wagen is de M.B.S. 276, hier gebruikt als referentie. De nieuwe LGB koppeling op de 1602 zal nog 1 tot 1,5 mm hoger gemonteerd worden, zodat het koppelen soepeler gaat. De eerste testrit met de nieuwe motortruck is prima verlopen. Wanneer de elektrische installatie is gemonteerd, kan worden proefgereden op de buitenbaan, om te kijken of de oneffenheden die in de buitenbaan voor komen, geen problemen geven... De schilder is afgelopen week druk geweest met het verwijderen van de oude verflagen. Het dak is goeddeels ontdaan, zodat de plaatwerkafdeling binnenkort kan beginnen met het schadeherstel. De nodige (deels ontbrekende) onderdelen zijn besteld, zoals nieuwe koplampglazen. Ook zullen de gloeilampen worden vervangen door moderne LED verlichting, zodat hieraan geen verstoringen meer kunnen ontstaan. Dit is de stuurstandzijde met schade. Hierbij is in het verleden gepoogd de kopstijlen opnieuw te solderen, dit kan alleen op schoon metaal (dus zonder verflagen). Duidelijk zichtbaar zijn de oude gloeilampen. Het dakdeel boven de motorruimte wordt straks met kunststof dicht gemaakt, zodat de motorruimte waarin de aanjager hangt, overdruk creëert waardoor de luchtstroom via de rookgenerator en uitlaat weer naar buiten komt met rook. Deze constructie is de oorspronkelijke situatie en is anders dan toegepast op de motorruimtes van de M.B.S. D IV, R.T.M. M 1806 en M.B.S. D III... Hiervoor moet de motorruimte (zo goed als) luchtdicht zijn en mag dus geen openingen bevatten, zoals later aangebrachte schuifruitjes e.d. Het complete dak is inmiddels ontdaan van alle oude verflagen. Hierbij kwam aan het licht dat er in diverse soldeerovergangen van de dakdelen scheurtjes zaten, dit is opnieuw gesoldeerd. Aan de andere stuurstandzijde is de nieuwe LED-verlichting reeds gemonteerd, evenals de stuurprint met schakelaars onder de motorwagen. De motorruimte heeft sinds zaterdag 9 oktober weer ruiten, waarbij de onderste zijn geblindeerd op de juiste manier. Voorts is de ze gehele motorruimte (zo goed als) luchtdicht gemaakt, zodat de aanjager overdruk kan maken om de rook uit de rookgenerator te kunnen blazen. Nog niet hersteld van alle schade heeft R.T.M. MABD 1602 'Reiger' op 20 november 2021 proef gereden op de M.B.S. tuinbaan. Er zijn nog enkele kleine aanpassingen nodig om de motorwagen helemaal vlekkeloos te kunnen laten rijden. Vooralsnog gaat de 1602 nog even terug de werkplaats in. Wordt vervolgd. Voor het plaatsen van de ruiten in de cabine aan de motorruimte-zijde was het noodzaak om een gefixeerd dakdeel te verwijderen. Dit bracht een ander schade geval aan het licht, weg geplamuurd nadat het ronde dakdeel was ingedeukt. Dit was niet zo bij de verkoop in 1997.... Dan dit ook meteen maar herstellen nu we toch bezig zijn. Wel zit de nieuwe deur erin, zoals deze oorspronkelijk ook was gemonteerd. Linksboven (naast de meetlat) is enigszins deze deuk in het ronde dakdeel zichtbaar. Wanneer de cabine ruiten erin zitten, meteen ook de electriciteitsdraden van de bovenste schijnwerper wegwerken. Maar goed dat het dakluik boven de motorruimte afneembaar is... Het dakdeel is inmiddels weer op de motorwagen "gelast", alles is weer in originele staat terug gebracht. Van het overschot aan soldeertin is straks niets meer te zien, maar dit is de manier waarop de motorwagen is gebouwd. Een overzichtsfoto van de herstelde schade, waarbij de nieuwe deur duidelijk opvalt. De deelstijlen zijn nog van de oude deur.... Ook hebben beide cabines nieuwe ruiten, de rest van de motorwagen krijgt dit ook. De R.T.M. MABD 1602 'Reiger' heeft nu alle beglazing geplaatst gekregen en staat klaar voor de schilder in de werkplaats. De lenzen voor de koplichten staan nog steeds in bestelling en zullen vandaag of morgen geleverd worden. Erachter de M.B.S. EL 103 D IV welke in de werkplaats staat voor de winter revisie. De schilder heeft inmiddels een groot gedeelte van de motorwagen opnieuw in de lak gezet. Het dak is weer grijs met rode koppen en het wit is weer helder van kleur rondom de ruiten. Eerder was de lak uitgevoerd in hoogglans, nu is dat zijdeglas geworden. Dit, omdat het makkelijker bij te werken is bij beschadigingen. Voor het afneembare dakdeel moet nog een bevestigings-oplossing worden gevonden. Let wel, deze motorwagen is bijna 30 jaren oud (!)... Op het gewicht blok onder de motorwagen staat de lijst van gebeurtenissen chronologisch weergegeven. Hierbij valt de notering van een aanrijding op... Dit is niet de aanrijding waarvoor de motorwagen een volledige revisie benodigde, eerder lichte schade waarbij e.e.a. uit elkaar genomen moest worden. De R.T.M. MABD 1602 'Reiger' staat fris geschilderd in de M.B.S. werkplaats te wachten op de laatste onderdelen. Nieuw zijn de bedrijfslogo's op de zijwanden, voorheen waren dit uitgeknipte kopieën, tegenwoordig op de PC gemaakt en afgedrukt op decall-papier. Enig nadeel is dat de witte kleur niet wordt afgedrukt, daarvoor dient de achtergrond wit te zijn. Dit geldt evenzo voor de witte letters en cijfers de op de beide fronten M1602 vermelden, deze worden met de hand erop geschilderd... Op 6 december 2021 is R.T.M. MABD 1602 'Reiger' klaar voor oplevering aan de rechtmatige eigenaar, Stichting v/h Rotterdamse Tramweg Maatschappij te Ouddorp. Zoals reeds eerder vermeld zijn zij sinds 1997 eigenaar van mijn tweede model. Het is de eerste restauratie in 28 jaar..! De foto hierboven toont de zijde welke altijd richting Rotterdam reed. Dezelfde motorwagen, maar nu de zijde die altijd van Rotterdam af reed, in dit geval richting Oostvoorne. Met deze oplevering is dit tussen-project voltooid. De motorwagen is volledig opnieuw geschilderd, waarbij alle kleuren in zijdeglans zijn, m.u.v. de roomwitte bovenzijde (hiervan was geen zijdeglans versie beschikbaar). Voorts is de aandrijving, de beglazing, vier R.T.M.-logo's, het dakluik boven de motorruimte, de koppelingen en de elektrische installatie vervangen. Wat origineel is gebleven is de beschildering van de 'Reiger'-afbeeldingen aan weerszijden en toegevoegd is de interieurverlichting. Voordat de motorwagen werd overgedragen, is uitgebreid worden proef gereden op de M.B.S. tuinbaan, voor zover de weersomstandigheden dit toelieten. Het restauratie project is gestart op 25 september 2021 en afgerond op 6 december 2021 en op 6 juni 2022 is de motorwagen overhandigd aan de rechtmatige eigenaar.
- Rijtuigen | Model Buurt Spoor
DE RIJTUIGEN (OMBOUW) Het getrokken reizigersmaterieel van fabrikant L.G.B. is in het voorjaar van 2023 vervangen door de M.B.S. AB 1 en AB 7. Het zelfbouw M.B.S. reizigersmaterieel is nauwkeuriger op schaal en past zeer goed bij het al dienst doende zelfbouw-materieel. De twee voormalige Rhätische Bahn rijtuigen zijn beide buiten dienst gesteld en wachten op een nieuwe eigenaar. Het bouwen van bijbehorende rijtuigen staat al heel lang op de agenda, maar gaat nu eenvoudiger met de toegepaste materialen en bouwwijze. Het lag in de bedoeling om een aantal R.T.M. rijtuigen toe te voegen, van deze opvatting is de directie teruggekomen omdat de R.T.M. geen hoofdaandeel meer heeft bij de M.B.S. Inmiddels is de bouw van het tweede tramstel M.B.S. EL 105 - AB 12 D II is aangekondigd (25 maart 2023), waarvan de AB 12 het vierde zelfbouw rijtuig wordt. Rijtuig M.B.S. B 27 heeft de voorlaatste gedaante met open balkons terug maar met een nieuwe grijs-blauwe kleurstelling, tevens is M.B.S. B 28 toegevoegd, zodat het aantal rijtuigen toenam met twee stuks. M.B.S. B 27 Het eerste aangeschafte rijtuig is de M.B.S. B 27 van het Metallurgique-type. Geïmporteerd uit Duitsland en samengesteld uit twee aangepaste L.G.B. Toytrain wagens met aan een zijde een open balkon. Van deze rijtuigjes is de blinde zijde weggenomen en de twee helften tegen elkaar gelijmd en op een verlengd frame met draaistellen gemonteerd. In die hoedanigheid heeft het als schaftwagen dienst gedaan, tot er een derde Toytrain wagen met 2 ramen als sectie tussen de beide kopeinden werd gelijmd. Op deze wijze ontstond een rijtuigbak bestaande uit drie delen. Het rijtuig telt dan 8 ramen en de open balkons werden later gesloten uitgevoerd, zodat er een volwaardig rijtuig ontstond. Het dan als R.T.M. B 1526 genummerde rijtuig had nog geen binnenverlichting, maar was hierop wel voorbereid. Omdat de R.T.M. geen hoofdaandeel meer heeft bij de M.B.S., werd dit rijtuig uit de dienst genomen op 8 juli 2023. Het rijtuig is volledig gereviseerd naar de toestand met open balkons, waarna het de grijs-blauwe kleurstelling kreeg. Het nieuwe nummer is M.B.S. B 27, een rijtuig met 58 zitplaatsen. M.B.S. B 28 M.B.S. B 28 is een rijtuig dat is samengesteld uit twee stadstramwagens (ex-G.T.N. emw 9 - ahr 107) van het Herbrand-type. De G.T.N. emw 9 - ahr 107 stonden al langere tijd buiten dienst en even lagen er plannen op de tekentafel voor een ombouw naar een Arnhemse motorwagen. Deze liepen op niets uit, het tramstel bleef buiten dienst. Om het chronisch tekort aan rijtuigen bij de M.B.S. in te perken, is dit stel zodanig verbouwd dat er één samengesteld rijtuig ontstond. Van beide wagens werd aan één zijde het balkon weggenomen waarna beide helften aaneen werden gemonteerd. De behuizing voor de motortruck en looptruck werden verwijderd, waarna twee Herbrand-draaistellen onder het rijtuig werden geplaatst. Verder werden er ballastgewichten aangebracht en het dak van de voormalige motorwagen werd leeggemaakt, zodat er één lichtkap overbleef. Dit rijtuig heeft een grijs-blauwe kleur kleurstelling en parknummer M.B.S. B 28. Het biedt plaats aan 32 passagiers op langsbanken.
- R.T.M. M 1652 'Puttershoek' | Model Buurt Spoor
R.T.M. M 1652 'PUTTERSHOEK' Het derde model uit de tweede serie is de R.T.M. M1652 'Puttershoek'. Bij het uitbreiden van de buitenbaan bleek het noodzakelijk om over een goede rangeerloc te beschikken. De R.T.M. M 1652 'Puttershoek' werd gebouwd in het najaar van 2020. Werden de eerste rangeringen nog met een aangepaste Gmeinder (L.G.B. 3005) uitgevoerd, nu kan dat met de M 1652. Omdat bij aanschaf van de buitenbaan een stoom loc van de Zillertalbahn zat bijgevoegd en ik principieel (nog) niet met stoom rij, is deze stoom loc naar de sloop gegaan, echter is de aandrijving ervan aangepast voor de M 1652 door de middenas te verwijderen, evenals alle drijfstangen en andere onnodige zaken. Deze aandrijving heeft een kleine vertraging waardoor deze loc erg rustige rijeigenschappen heeft. Van dit model zijn de deuren van het machinistenhuis te openen en kan de loc worden uitgerust met een rookgenerator (dit is voorbereid). De loc is in dienst. Bouwverslag van R.T.M. M 1652 'Puttershoek' Voor de rangeerdiensten op de buitenbaan werd in 2019 vanuit Duitsland Gmeinder loc 5 aangekocht. Deze kleine 2-assige machine met gekoppelde assen voldeed prima en is zelfs in de laatste maanden van dienst geheel omgeschilderd van standaard L.G.B. geel naar olijfgroen. Toch is loc 5 in het najaar van 2020 vervangen door R.T.M. M 1652 'Puttershoek', waarna loc 5 buiten dienst ging en is staat opgeslagen zonder aandrijvingsunit. Sinds juli 2023 M.B.S. is loc 5 omgenummerd naar M.B.S. 49, uit de mottenballenvloot gehaald en in dienst. Loc 49 (ex-loc 5) in de olijfgroene uitvoering, kort voor de buitendienststelling 25 -01-2020 Bij de eerste aanschaf van rail en materieel zat een Oostenrijkse Reihe-U (Unzmarkt) loc. Omdat voor deze stoomloc geen emplooi bestond op de buitenbaan, is deze afgevoerd en uiteindelijk gesloopt. De aandrijving hiervan heeft een mooie lichte vertraging op de aangedreven assen, uitermate geschikt voor het rangeerbedrijf. Van deze oude 3-assige aandrijving is de middelste as eruit gehaald en zijn alle onnodige zaken verwijderd en geschikt gemaakt voor de M 1652. De oude 3-assige aandrijving tijdens het geschikt maken als aandrijving voor de M 1652, 20 mei 2020 De vervaardiging van het frame van de M 1652 met de uitsparing voor de aangepaste aandrijving. Deze frameplaat is 2 mm dik en van gehard messing voor een stevig frame, 20 mei 2020 Frame en aandrijving samengesteld, 20 mei 2020 De opbouw van de M 1652 is van 0,5 mm messing plaat, waarbij de uitsparingen voor de ramen van tevoren zijn gemaakt. Het frame heeft inmiddels de scheenplaten en bufferplaten gekregen, waarbij de bladveren, zandstrooiers en luchttank reeds zijn gemonteerd. Ook de uitsparingen voor de opstaptreden en de buffers zijn gemonteerd, 15 augustus 2020 Voor de grille is een van de oude gewichtsblokken uit de stoomloc gebruikt, de vorm ervan kwam zonder noemenswaardige aanpassingen overeen met de grille en dient tevens voor extra druk op de wielen, 17 augustus 2020 Voor de koplampen is gebruik gemaakt van 5mm LED reflectors en afdekkapjes van Wedico type 24262 (12mm) De koplampen van de voorzijde zijn gemonteerd, hiervan zal nog 2,5 mm worden af geslepen om tot het juiste formaat te komen. inmiddels is de motorhuif ook gemonteerd, 22 augustus 2020 Het aansluiten van de frontlichten, 22 augustus 2020 Het aanbrengen van de diverse relingen, hangrepen, schuifdeuren, etc. Goed te zien zijn de ingekorte vrijstaande frontlichten, 29 augustus 2020 De M 1652 in gedemonteerde toestand, kort voordat de loc naar de spuitcabine ging, 29 augustus 2020 Het frame na de schilderbeurt, 30 augustus 2020 De echte R.T.M. M 1652 'Putterhoek' op het Handelsterrein in Rotterdam in 1960 (foto Ruitenbeek) Deze loc diende als voorbeeld voor het model. Het model van de R.T.M. M 1652 'Puttershoek' op 29 december 2020, zoals deze dienst doet op de buitenbaan. De nummerplaten, fabrieksplaten en naamplaten zijn speciaal vervaardigd in Groot-Brittannië. Deze geëtste platen zijn echt de kersen op de taart..!
- Goederenwagens | Model Buurt Spoor
Het goederenmaterieel M.B.S. serie 100 gesloten 4-assers De M.B.S.124 gesloten vier-asser is een wagen volgend op de voormalige M.B.S. serie 122 - 123, ex-V.M.H. serie 151 -152. 'n Derde V.M.H. wagen nr. 153 uit dezelfde serie werd omgebouwd tot post-bagagewagen nr.3 en na overname door de M.B.S. kreeg deze het nr. EL 113. In model heeft de M.B.S. 124 een totaal ander uiterlijk dan de bestaande wagens en heeft dus een fictief nummer, voortbordurend op de bestaande serie 4-assers. Post-bagagewagen LE 101 valt administratief onder deze serie en wordt elders behandeld. M.B.S. serie 200 gesloten 2-assers De M.B.S. serie 200 waren gesloten 2-assers van verschillende types en merken. In model wordt aansluitend doorgenummerd. Het L.G.B. wagentype 4035 is hiervoor standaard toegepast, omdat deze als uitvoering de beste benadering heeft, ze zijn alleen iets breder. Gesloten wagen 299 heeft het hoogste nummer in deze reeks omdat het een personeelswagen is. M.B.S. serie 300 open 2-assers De M.B.S. serie 331 - 342 is een bestaande serie open 2-assers van Allan bouwjaar 1924, welke de M.B.S. in aanvulling aanschafte op de serie 301 - 330. De serie 331 - 342 hadden deuren met een ijzeren plaat in plaats van houten beschot en hadden geen opzethekken. In model is het L.G.B. wagentype 40210 toegepast, omdat deze als uitvoering de beste benadering heeft, ze zijn alleen iets breder. M.B.S. serie 400 open 4-assers De M.B.S. serie 401 - 404 is een bestaande serie open 4-assers van Allan bouwjaar 1913. Deze serie kon met schotten of rongen worden uitgerust. M.B.S. serie 405 - 410 van M.A.N. werden in 1930 overgenomen van de Lokalbahn A.G. (Walhallabahn) en hadden vaste beschottingen. M.B.S. serie 411 - 413 was gelijk aan de serie 405 - 410 echter was de beschotting hoger uitgevoerd. In model is het L.G.B. wagentype 45690 toegepast, omdat deze als uitvoering de beste benadering heeft, ze zijn alleen iets breder. Verder zijn de standaard rongenwagens verlengd van 6 naar 8 rongen. M.B.S. serie 500 stortwagens 2-assers M.B.S. serie 500 bestaat nu nog uit zelflosser 501. Deze fictieve serie goederenwagens wordt t.z.t. uitgebreid met nrs. 502 en 503. Alle wagens zijn /worden fictief overgenomen van de O.E.G. M.B.S. serie 600 De M.B.S. serie 600 is (nog) niet toegepast en bestaat vooralsnog alleen administratief. M.B.S. serie 700 platte 2-assers M.B.S. serie 701 - 705 was een serie open 2-assers van Herbrand bouwjaar 1893, welke de M.B.S. in 1914 overnam van de Cöln-Frechener Strassenbahn. Hiervan waren alle wagens gelijk, terwijl de 701 en 702 een remmerstoel met reminrichting hadden. De M.B.S. verbouwde de 701 tot onkruid sproeiwagen en de 702 - 705 tot schamelwagens. In model zijn alleen 702-703 en 704-704 ondergebracht , 701 valt als onderhoudswagen in serie 900. M.B.S. serie 800 ketelwagens 2-assers M.B.S. serie 800 is een fictieve serie ketelwagens, vooralsnog bestaand uit ketelwagen 801. Ketelwagen 801 is specifiek bestemd voor dieselolie. M.B.S. serie 900 De M.B.S. serie 9 00 is (nog) niet toegepast en bestaat vooralsnog alleen administratief.
- M.B.S. EL 101 | Model Buurt Spoor
M.B.S. EL 101 Het negende model is de M.B.S. EL 101 post-bagagewagen. Om de herkomst van de houten motorwagens te kunnen tonen, mag deze post-bagagewagen beslist niet ontbreken in het materieel bestand van de M.B.S. Het is de eerste post-bagagewagen gebouwd door de M.B.S. werkplaats, waarmee aan de vraag werd voldaan. M.B.S. LE 101 is sinds 9 oktober 2022 in dienst. Beschrijving van post-bagagewagen M.B.S. EL 101 Met de bouw van Maas Buurt Spoorweg Mij. EL 101 post-bagagewagen werd gestart begin juli 2022 in de M.B.S. werkplaats. De vraag om een eigen gebouwde post-bagagewagen in het materieelbestand te bezitten, werd hiermee voldaan. Omdat uitgezonderd de EL 101, alle M.B.S. motorwagens werden verbouwd uit serie EL 101-106, toont deze post-bagagewagen de oorspronkelijke uitvoering van deze serie wagens. De M.B.S. EL 101 is in de uitvoering van indienststelling op de rails gekomen, dus als LE 101. De M.B.S. post-bagagewagens serie 101-104 werd in 1913 geleverd, de 105 en 106 in 1916. Was eerder de naamgeving LE 101-106, na een aantal jaren werden de letters omgedraaid. L staat voor Lettres (Frans voor brieven = post) en E voor Expresse, duidend op de vracht afdeling. Een opsomming van deze verbouwingen: EL 101 ongewijzigd EL 102 in 1938 verbouwd tot motorwagen D V EL 103 in 1937 verbouwd tot motorwagen D IV EL 104 in 1936 verbouwd tot motorwagen D III * EL 105 in 1935 verbouwd tot motorwagen D II * EL 106 in 1934 verbouwd tot motorwagen D I * (* D I, D II en D III reden in wisselende combinaties met de rijtuigen AB 12, AB 13 en AB 14) M.B.S. LE 102 in nieuwstaat op het fabrieksterrein van Allan & Co aan de Kleiweg te Rotterdam in 1913, kort voor de aflevering aan de M.B.S. De M.B.S. werd nog met letters aangeduid zonder de ruitvorm eromheen en de letters L.E. waren nog niet omgedraaid. Onder het tweede raam van links de brievenbus met een witte envelop erboven afgebeeld ten teken dat men op halteplaatsen en stations post kon aanbieden. De vermoedelijke reden waarom men begon met de EL 106 tot motorwagen is, dat als er twee post-bagagewagens zouden zijn verbouwd, de overige altijd een sluitende serie zouden blijven vormen. Deze post-bagagewagens leenden zich uitstekend tot deze verbouwingen, waarbij het frame-deel tussen beide draaistel-taatsen alleen bij de EL 102 en EL 103 werd verzwaard, om de zware dieselmotor en generator te kunnen dragen, zonder overmatige doorbuigingen. Mede om deze reden is het frame van de EL 101 niet gebruikt bij de herbouw van de R.T.M. M 68 (1e) tot de M 67, het zou helemaal opnieuw moeten worden verzwaard. Bij de EL 106, EL 105 en EL 104 stonden de dieselmotor, generator en appendages op een afzonderlijk geveerd subframe. De eerder genoemde EL 101 bleef uiteindelijk ongewijzigd, maar het vermoeden bestaat dat de bouw van een zesde motorwagen om alle stoomloc's te kunnen vervangen (dit zou in 1940 de D VI kunnen zijn geworden), door de uitbraak van de 2e Wereldoorlog werd verhinderd. We zullen het echter nooit weten... De bagage-afdeling bevond zich 2/3 rechts van het midden en het post-afdeling 1/3 links ervan. Bij de EL 106, EL 105 en EL 104 werd de post-afdeling gebruikt als cabine, waarbij beide toegangsdeuren en de kopdeur achterin de bagage-afdeling ongewijzigd konden blijven. De post-zijde werd gekenmerkt als de voorzijde en dit is nog steeds zo bij de R.T.M. M 67. De EL 103 en EL 102 kregen voor en achter 'n stuurstand (de cabine was korter dan bij de EL 104 - EL 106), dit waren losse locomotieven (bij de M.B.S. noemde men deze 'Trekkers'). Aan de buitenzijde bevond zich een brievenbus en een toegangsdeur aan beide zijden in de post-afdeling, terwijl de bagage-afdeling aan weerszijden een grote schuifdeur had en een deur in de kopwand. Tevens had de post-afdeling een post sorteer inrichting, maar geen doorloop mogelijkheid en was de hele wagen uitgerust met gasverlichting. Ook deze EL 101 werd in de eerste maanden van 1946 verkocht aan de R.T.M. in Rotterdam en arriveerde met al het andere rollend reizigersmaterieel van de M.B.S. op het Handelsterrein aldaar. Ze is nimmer met een R.T.M. nummer in dienst gesteld en omgespoord, de draaistellen werden in 1954 na omsporing, met de twee tractiemotoren van de R.T.M. M 74, gebruikt voor de R.T.M. M 1807 'Scholekster'. Het oude frame met de restanten is uiteindelijk in 1955 gesloopt en op papier gemuteerd en afgevoerd. Technische gegevens: * Lengte over de buffers gemeten: 10940 mm * Lengte wagenbak: 10000 mm * Breedte wagenbak: 2060 mm * Hoogte wagenbak: 3250 mm * Radstand (as afstand in draaistel): 1400 mm * Truckstand (afstand tussen draaisteltaatsen): 6750 mm * Wieldiameter: 700 mm * Gewicht inclusief assen: 10920 kg * Gewicht exclusief assen: 9890 kg * Draagvermogen: 10000 kg * Laadvermogen: 10000 kg Indienstelling: juni 1913 Serie: L.E. 101 - 104 Fabrikant: Allan & Co´s Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmaterieel N.V. Rotterdam M.B.S. EL 101 op het Handelsterrein te Rotterdam na aankomst uit Gennep, 20 april 1946. Net als al het andere M.B.S. materieel had het enorm veel oorlogsschade opgelopen Een kopie van de originele Allan & Co overzichtstekening uit 1912 van M.B.S. EL 101-106 is gebruikt voor de bouw van het model. M.B.S. EL 101 rechter achterzijde op het remiseterrein te Gennep, 15 augustus 1942. Bouwverslag van M.B.S. EL 101 Zoals ook de EL 102, M 67 en EL 104 en ander zelfbouw materieel zijn gebouwd, wordt begonnen met het op maat maken, uitrichten, verzwaren met ballastgewicht en samenstellen van het frame. De taatsen hebben een iets andere oplegging dan het overige materieel, dit is bewust gedaan. Het uitwisselen van draaistellen met de rijtuigen is niet mogelijk, in tegenstelling tot het grootbedrijf. De EL 101 heeft aangepaste kortere koppelbomen. De framebalken zijn aan elkaar gesoldeerd voor verdere afbouw Het frame van de EL 101 heeft hier het ballast gewicht al in het midden voor gunstige rij-eigenschappen plus beide draaistel taatsen. De volgende stap is het tijdelijk monteren van de draaistellen, al is nog niet helemaal duidelijk welk type eronder komen. De draaistellen die er nu onder zitten, zijn de originele, ooit vervaardigd voor de AB 14. Voor betere rij-eigenschappen van de AB 14 zitten daar standaard LGB draaistellen onder, zoals het draaistel op het testspoor. ...met assen gemonteerd... ...en 'op z'n pootjes' gezet op het testspoor. De volgende stap is de hoogte van het frame afstellen t.o.v. het spoor, opdat de buffers ook de juiste hoogte krijgen. Het stootwerk is reeds gemonteerd, evenals de staande profielen welke de uiteindelijke opbouw vormen. Wanneer de kroonlijst (dit zijn de liggende profielen die het dak dragen) erop zit, kunnen de staande profielen aan het frame worden geklonken, nu zit alles nog gesoldeerd. Een close-up van de oude draaistellen van de AB 14. Omdat de rij-eigenschappen van deze draaistellen onbekend zijn, zullen ze niet onder de EL 101 gemonteerd worden. Ook de EL 101 krijgt gelagerde assen in standaard draaistellen, zoals de rijtuigen deze ook hebben. De werkplaats heeft inmiddels de eerste planken geplaatst. Dit is de bagage-zijde met een naar rechts schuivende kopdeur. De (andere) post-zijde heeft geen doorgang. De wagenvloer zal eerst nog worden aangebracht, voordat de wanden verder worden opgebouwd. De linker zijwand in opbouw met erachter de Allan foto van de EL 102 als referentie. 'n Korte optelsom leert dat er ongeveer 600 1mm bout-moer verbindingen op de EL 101 zitten om alle latten op hun plaats te houden. Op de positie van de vierde stijl van links komt de scheidingswand tussen de postafdeling links en de bagageruimte rechts. Nogmaals de linker zijwand zonder deuren en ramen op 26 september 2022. De opbouw is, op de hoek rechtsachter na, gereed voor inrichting en afwerking. Aan de rechterzijde moeten alle stijlen nog aan het frame geklonken worden. Werk genoeg, we zijn er nog niet.... Het zetten van de scheidingswand tussen postafdeling en bagageruimte. Deze tussenwand had geen deur, net als de kopwand van de postafdeling. Voor het afhandelen van de post reed in de begintijd altijd een beambte mee, die samen met de conducteur als enigen toegang hadden. Het was ook mogelijk om postpakketten mee te geven, dan wel brieven of kaarten te posten. Hiertoe zaten naast de beide toegangsdeuren brievenbussen of je gaf je pakket aan de postbeambte of conducteur af. Duidelijk zichtbaar zijn de vele kopjes van de 1mm boutjes waarmee de plankjes aan de stijlen zijn bevestigd. Het plaatsen van de binnenwanden van de post afdeling, enig comfort voor de postbeambte is in de wintermaanden wenselijk. In werkelijkheid was dit compartiment ook dubbelwandig uitgevoerd, om dezelfde reden. In model zal de overgang tussen buiten en binnenwanden worden afgewerkt met een flinterdun latje, waartussen de deuren worden geplaatst. De linker deur van de postafdeling klaar om gemonteerd te worden. Op de binnenwand zijn reeds 4 gaatjes met M1 draad voorgetapt om de beide scharnieren te kunnen vastzetten. De eerste (linker) deur hangt op z'n plaats. Links achter de deur is de pakkettentafel tegen de kopwand gemonteerd met rechts daarvan het wiel voor de schroefrem. Deze schroefrem diende ervoor de wagen geremd weg te kunnen zetten, immers heeft het geen eigen remluchtreservoir. Wel kon de wagen in treinsamenstelling doorgaand geremd worden vanaf het tractievoertuig. En de rechter deur kort voor het inhangen. Een van de dingen die nog in het interieur van de post-afdeling ontbrak, was het kleine fonteintje. Het is een eigen interpretatie geworden op basis wat ik van de tekening kon opmaken. Een losse achterwand met boven het wasbakje een waterreservoirtje met 'n liter of 10 aan water. Aan vermeldingen als "geen drinkwater" of dergelijke deed men 110 jaar geleden nog niet, water is water. Er zal vast een voorschrift zijn geweest voor het regelmatig reinigen en vullen van dit reservoir, maar zoals met alles, verloederde de regelgeving en zal het reservoir meestentijds leeg zijn geweest. Men kon immers op elke halte of station tussen Gennep en Venlo water, of in de meeste gevallen, koffie verkrijgen. Het lijngedeelte Gennep - Venlo was het eerste werkgebied van de LE 101-106, tot dat de M.B.S. de eerste wagens ging ombouwen tot tractievoertuigen. Vanaf 1938 kwam het lijngedeelte Gennep - Nijmegen erbij voor het postvervoer. Het was toen al 'n beetje te laat, ook voor het gehele trambedrijf, het wegvervoer met auto's, bussen en vrachtwagens nam geleidelijk de 'macht' over. De tweede foto laat het interieur zien, in een licht hout kleur met het fonteintje, links ervan de schroefrem en rechts tegen de scheidingswand het sorteergedeelte. Dit uit 25 sorteervakken bestaande meubel is ook een interpretatie van wat ik vanuit de tekening kon opmaken. Aan de buitenzijde van de post-afdeling zaten links en rechts brievenbussen. Dit omdat men op haltes en stations de mogelijkheid had om brieven te kunnen posten. Deze werden door de post-beambte van een vierkant stempel voorzien, ten teken dat het in een railvoertuig is ontwaard. In Gennep of Venlo werd deze post overgedragen aan de Posterijen voor verdere distributie. Per tram een brief versturen ging over het algemeen sneller dan op de gebruikelijke manier via het postkantoor. Overigens hadden niet alle trambedrijven deze luxe. De enige deur in de kopwand is ook beweegbaar gemaakt. Omdat de EL 101 zeer gedetailleerd is gebouwd, zijn alle deuren beweegbaar gemaakt. Ofschoon er in beide afdelingen ramen zitten, geeft een open deur meer zicht op het interieur. Op de foto hieronder is één van de schuifdeuren in de maak. Belangrijk hierbij is dat het frame van de deur absoluut haaks is, anders loopt de deur vast op de geleiderail. Het is gemaakt van 2x2 H-profiel waarbij de bovenste en onderste profielen op een T-profiel schuiven. Voorts komen alle andere zaken, zoals de deurstoppers, handgrepen, haaksloten, etc. pas op de wagen wanneer beide schuifdeuren goed op de geleiderail schuiven. Op de afbeelding links de binnenzijde van de linker schuifdeur met diens vergrendeling. Deze vergrendeling is een haak welke over een pen valt en geborgd wordt met een veertje. Dit is voor beide schuifdeuren gelijk. Op de foto links en onder een close-up van deze haak. De 1mm as schuift door de deur heen en is aan de binnenzijde met een veertje gespannen, zodat de schuifdeur vergrendeld blijft. De EL 101 heeft de eerste laklaag erop zitten. Het interieur is gereed en het dak ligt reeds klaar voor afwerking. Het post-compartiment krijgt nog een extra plafond. Voorts zullen alle handgrepen, lucht en stoomleidingen, koppelingen, schroefrem, opstaptreden, diverse klinknagels, twee persgaslampen, verstevigingsdriehoeken en buffers nog moeten worden aangebracht. Alle nog ontbrekende onderdelen zijn gemonteerd en de schilder is begonnen met het zeer geduldige schilderwerk. Eerst de onderzijde (zie foto), waarna de eerste blanke laklaag voor enkele nog niet gelakte houten delen volgde. De stijlen worden hierna bruin geschilderd. Zodra dat klaar is, volgt de tweede blanke laklaag. De post-afdeling krijgt een plafond, de bagage-afdeling niet. Als de hele wagen klaar is, kan het dak erop... maar zover is het nog lang niet. De bruine verf voor de stijlen moest nieuw worden besteld, de oude verf was niet luchtdicht weggezet na het vorige gebruik bij de R.T.M. M 67. Met enamel-verven van Humbrol en Revell is dat evenzo, na verloop van tijd ontstaat er een laag van uitgeharde verf langs de afdichtrand van de potjes, waarlangs lucht kan. Dat is een van de redenen waarom er maar 14 ml verf in zit. 'n Detailopname van de post-afdeling of, zo u wilt, post-compartiment. Linksboven met de hand op het hout geschilderd het wagennummer, waarbij gekozen is voor het oorspronkelijke nummer wat de wagen kreeg in 1913 bij de indienststelling. Onder het raam rechts weer de brievenbus, nu aangeduid met een witte envelop met rode lakzegel. Op de fabrieksfoto van Allan is dit ook aanwezig, al is het moeizaam zichtbaar. Hieronder een detailopname van de bagage-afdeling, met op dezelfde hoogte wederom het wagennummer. Midden op de schuifdeur de letters van de maatschappij: Maas Buurt Spoorweg. Later werden deze omkaderd met een ruitvorm, persoonlijk vind ik zonder het kader mooier... Zoals eerder vermeld ligt het dak reeds klaar voor montage. Het wachten is nu op de bruine lak voor de stijlen. De M.B.S. L.E. 101 nadert z'n voltooiing, de wagen is inmiddels geschilderd en de draaistellen zitten eronder met de juiste gelagerde assen. Voor de draaistellen waren oorspronkelijk twee standaard L.G.B. draaistellen begroot, doch van deze draaistellen moesten de koppeling-uithouders 25mm worden ingekort. De draaistellen uit de eigen werkplaats kunnen helaas niet samengesteld worden met de gelagerde assen van TL45, de beide as uiteinden hiervan maken sluiting via het draaistelframe. De laatste kleine zaken worden bijgewerkt, voor zover dit nog niet was gebeurd. De draaistellen zijn uitgewisseld met die eronder horen voor een probleemloze dienstuitvoering. De foto is gemaakt, kort voordat het dak erop werd verlijmd... Het zanden van het dak. Daken van rijtuigen en goederenwagens werden tot in de jaren dertig gedicht met zeildoek. Dit dik linnen zeildoek, zoveel mogelijk uit 1 stuk bestaande, werd met lijnolie ingesmeerd waarna er gedroogd en gezeefd wit (= geel) zand op werd gestrooid als waterdichte laag. Na drogen werd het dak weer met lijnolie of watervaste lak bestreken en soms nogmaals bezand. Het vernissen of bestrijken met lijnolie werd een paar keer herhaald zodat het dak helemaal waterdicht was. Aan de randen werd het doek omgeslagen en afgedekt met een lat. Bij rijtuigen was deze lat redelijk fors en geprofileerd in een min of meer kwartrond profiel. Dat de daken op oude foto's zo licht van kleur lijkt, komt door deze werkwijze. Omdat de LE 101 is gebouwd en afgeleverd in de staat waarin het destijds bij de M.B.S. in dienst werd gesteld, is ook het dak in deze zandkleur gemaakt. De opleverstaat van M.B.S. L.E. 101. De post-bagagewagen is hiermee gereed en opgeleverd met indienststellingsdatum 09-10-2022. Dit nieuwbouwproject is afgerond.
- R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' | Model Buurt Spoor
R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' motorwagen Let op: deze pagina wordt tijdens de bouw van het motorrijtuig telkens bijgewerkt R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' was een motorwagen uit 1925 met een diesel-mechanische aandrijving, waarbij de aandrijf unit in de bagageruimte was gesitueerd en via cardanassen van beide draaistellen de buitenste assen aandreven. De as configuratie hiervan was A1-1A. De 1801 werd gebouwd door Linke-Hofmann in Breslau en in dienst gesteld als R.T.M. 318, werd na de oorlog in 1946 vernummerd tot M 64 , in 1951 verbouwd en vernummerd naar M 1701 en in 1953 wederom vernummerd, nu naar MABD 1801 met bagageruimte waarbij het ook de vogelnaam Sperwer kreeg. R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' werd na een aanrijding met een tankauto in 1962 buiten dienst genomen en hetzelfde jaar gesloopt. R.T.M. 318 bij vertrek uit de Rosestraat, kort voor het uitbreken van WO2 in 1940 (foto Rail Archive Stephenson) R.T.M. MAB 1701 op de 2e Rosestraat in Rotterdam, begin jaren 50, nog zonder de bagageruimte en zonder vogelnaam.(fotograaf n.n.b.) R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' te Hellevoetsluis op 21 juli 1959 (foto H.Ruitenbeek coll. J.J. Smit) Met de bouw is gestart op 14 november 2023. De motorwagen zal geheel van kunststof worden vervaardigd, deze methode is in de werkplaats nieuw, al werden links en rechts hiermee al wel proeven gedaan. Het polystyreen kunststof is vele malen goedkoper en eenvoudiger te bewerken dan messing. Zowel het loopdraaistel als het motordraaistel waren al in orde en getest en kunnen meteen worden gemonteerd. In tegenstelling tot alle andere materieel van de M.B.S. en R.T.M. is de MABD 1801 het eerste motorrijtuig waarvan de assen zijn gelagerd. Dit is geen overbodige luxe, daar de motorwagen een redelijk groot gewicht onder de vloer krijgt gemonteerd, dit omdat kunststof van zichzelf te licht is om voldoende adhesie op het spoor te krijgen. Het zal de rij eigenschappen zeker ten goede komen. De eerste foto van het kunststof frame met de naamgeving en bouwdatum, gemaakt van PVC laminaat vloerdeel. Aanvankelijk lag de wagenvloer voor de opbouw te hoog, hiervoor zijn er uitsparingen gemaakt waarin de draaistellen kunnen draaien. De minimum radius voor de te berijden bogen is 1000mm (R2,5), kleiner leidt onherroepelijk tot ontsporingen. Een overzicht van het frame, met de draaistellen verzonken in het frame. Indien gewenst zou de wagenvloer nog verder verlaagd kunnen worden, maar daarvoor moeten eerst nog proeven worden genomen. De volledig gereviseerde NWSL motortruck welke eerder onder de M 1806 heeft gezeten en ruim 4 jaar in opslag heeft gelegen. De draaistel zijkanten zijn nagemaakt vanaf tekening, met de stroomafname bussen erachter weggewerkt. Duidelijk te zien is de kleinere afstand tussen de wielen en de onderzijde van de wagenvloer. Hiervoor zijn tussen het subframe en de wagenvloer afstandsbussen geplaatst. Deze afstandsbussen van 4,5mm hoog laten de wagenvloer voldoende zakken om optisch een mooi aanzicht te geven. Het wegwerken in de passagiersruimte zal nu een hele opgave worden. Dat deze motorunits zo hoog zijn geconstrueerd, komt doordat de as van de elektromotor bijna 11mm hoger ligt dan de wielassen. Dit aangedreven draaistel had geen kantelschouders meer, te zien als het kleine witte stukje kunststof aan de onderkant van het subframe t.h.v. de M6 moer., dit was voor de eerdere toepassing in de M 1806 'Bergeend' niet nodig. Deze kantelschouders geven de motortruck de gelegenheid om t.o.v. het subframe te kunnen kantelen. Nogmaals een overzicht van het frame, met de draaistellen 9mm (dubbele afstandsbussen) verzonken in het frame. Dit is weer teruggebracht naar 4,5mm (enkele afstandsbussen), omdat de vloer van de bagageruimte dan precies op de juiste hoogte uitkomt. Het zelfdragend frame heeft inmiddels de afschuiningen aan de koppen gekregen. Ervoor ligt een kopie van de N.V.B.S. werktekening, waarvan de 1801 zal worden opgebouwd. Met dik 16m lengte was dit het langste motorrijtuig bij de R.T.M. Om toch een steviger frame te creëren, zijn er langprofielen aan de onderzijde bevestigd. Deze 15mm x 15mm hoek profielen zijn met M3 boutjes aan de frameplaat gemonteerd en dragen met gemak het ballastgewicht van ruim 600gr. Dit ballast gewicht van 165x100x12mm zal in twee gelijke helften kort naast de draaistellen worden aangebracht, wat de tractie en de rij eigenschappen ten goede zullen komen. Ook de subframeplaten waarin de looptruck en motortruck hangen, zijn opnieuw aan het frame gemonteerd om de juiste vloerhoogte te verkrijgen t.o.v. B.S. (bovenkant spoorstaaf). Zodra de ballast gewichten eronder hangen, kunnen de eerste binnenwanden gezet worden.
- Sitemap | Maas Buurt Spoor
De modelhobby (startpagina) Over Disclaimer Het materieel M.B.S. EL 102 D V M.B.S. AB 14 M.B.S. EL 104 D III R.T.M. M 1652 'Puttershoek' M.B.S. AB 1 en AB 7 R.T.M. M 67 Het grootbedrijf M.B.S. EL 101 M.B.S. 48 M.B.S. EL 101-106 van postbagagewagen tot motorwagen M.B.S AB 1 - 14 de Allan rijtuigen en stuurstand rijtuigen R.T.M. M 1806 'Bergeend' M.B.S. EL 105 D II M.B.S. AB 12 M.B.S. 49 Rijtuigen Goederenwagens Zoekresultaten Houtgastractie 1941 - 1944 De buitenbaan van begin tot heden Serie 100 gesloten 4-assers Serie 200 gesloten 2-assers Serie 300 open 2-assers Serie 400 open 4-assers Serie 500 stortwagens 2-assers Serie 600 Serie 700 platte 2-assers Serie 800 ketelwagens 2-assers Serie 900 R.T.M. MABD 1801 'Sperwer' Voormalig materieel De aanleg in 2019 De wijzigingen in 2020 De wijzigingen in 2021 De laatste ritten en opbraak in 2022 De nieuwe aanleg in 2023 De gebouwen De besturing
- De bovenleiding | Maas Buurt Spoor
DE BOVENLEIDING De electrische tram in steden is al een oud verschijnsel. Veel Nederlandse steden hebben een electrische tram gekend of hebben deze nog. Zo ook mijn voorbeeld, de Gemeente Tram Nijmegen, kortweg G.T.N. Emr 28 staat aan de eindhalte van lijn 2 aan de Berg en Dalseweg in Nijmegen, in 1952 (foto E.J. Bouwman) Geïnspireerd door het eenvoudige materieel en lijnenopbouw, rijdt er op de buitenbaan ook een electrische tram en net als het voorbeeld ook op werkende bovenleiding. De electrische tram op de buitenbaan is een afgeleide van de tram die ooit in Nijmegen reed, maar net zo goed een Arnhems model had kunnen zijn. Waarom een Nijmeegse tram? De G.T.N. had trajecten die behoorlijk hellingrijk waren, zo hadden de motorwagens zwaardere motoren dan normaal in stadstrams, railremmen en een hogere spanning van 800V op de bovenleiding. Op de buitenbaan komen ook hellingen voor en bovendien is bovenleiding een mooie toevoeging. Als model van een stadstram heeft fabrikant L.G.B. al heel wat jaren dit model in de collectie en is het een dankbaar object om om te bouwen naar eigen believen. Zo ook mijn model, wat in dusverre is aangepast, dat het een 30mm grotere stroomafnemer heeft dan L.G.B. standaard op deze modellen zet. De balcons zijn alle gesloten gemaakt, de lichtkap verwijderd en de motorwagen heeft dubbele koplampen. G.T.N. motorrijtuig 31 rijdt over het viaduct bij Berg en Dal, terwijl tramstel 30 + 103 er onder door rijdt op weg naar het eindpunt Berg en Dal bij Nijmegen, 11 juli 1952 (foto J.J. Overwater) Op bovenstaande foto is enigszins een vergelijk te maken met hoe vroeger de tram van Nijmegen, via Beek, naar Berg en Dal reed. In de werktram reed een tijdelijke wagen mee, waarop een originele L.G.B. stroomafnemer zat gemonteerd met een verbreed sleepstuk, dat de nieuwe rijdraad tijdens het vast solderen op z'n plaats hield. Aan de L.G.B. uithouder vooraan is een 8-vormig oogje gemonteerd, waaraan de rijdraad hangt. Omdat het originele L.G.B. systeem enige beperkingen kent, waaronder de overspanning van maximaal 2 sporen, werd al snel naar een ander systeem gekeken. Iets verderop is tussen twee losse masten een dwarsdraad gespannen waaraan de rijdraad kwam te hangen, ook daar hangen de 8-oogjes al, zij het nog niet gepositioneerd. Op deze manier kon tot maximaal 4 sporen worden overspannen. Omdat de schaarbeugels waren vergroot en de L.G.B. bovenleiding daarvoor te laag hing, moest een ander systeem worden ontworpen. Hierboven het hoogteverschil tussen de originele L.G.B. mast rechts en het nieuwe masttype volgens eigen ontwerp, links. Duidelijk te zien is het 8-vormige oogje waaraan de rijdraad hing, bij de nieuwe masten is dat vervangen door een trekpijp (uithouder). Tegen het 8-vormig oogje aan, drukt het sleepstuk van de B.B.C. schaarbeugel van G.T.N. motorwagen 9. In de nieuwe situatie staat de stroomafnemer 28mm hoger tegen de trekpijp aan, het geeft een natuurgetrouwer beeld. Omdat trekpijp over de gehele breedte van de uithouder te monteren is, vergroot dat de flexibiliteit van het bovenleidingsysteem. Op de linker tekening het ontwerp voor de nieuwe bovenleidingmasten. Het concept is vrij simpel: uit 1 staf van 1 meter en 6mm dik metaal kunnen 2 masten gemaakt worden. De uithouder is van 1,5mm autogeen lasdraad en de draad waarmee de uithouder op z'n plek wordt gehouden, is van 1mm koperdraad. Het geheel krijgt onderaan een stukje buis opgeschoven (inwendig 6mm) en wordt door een vast gesoldeerde ring van 6mm als voet op de plaats gehouden. De onderste 15 cm steekt in de grond (dit is meer dan voldoende). De mast zelf steekt dus 35 cm boven het maaiveld uit. Indien gewenst kan met een kleine wijziging de mastuithouder helemaal bovenaan de mast worden gemonteerd, waarover dan een hangdraad komt te hangen om bovenleiding met kettingophanging te kunnen maken. Op de rechter tekening ligt een gemonteerde mast met dubbele uithouder. Duidelijk is te zien dat de voet van de mast ruimschoots lager ligt dan op de tekening eronder bovenkant spoorstaaf is aangegeven. Dit verschil is 28mm. Om de electrische energie van de rijdraad te kunnen onttrekken, zijn er diverse soorten sleepbeugels. Of, zo U wilt, pantograaf, stroomafnemer, of zelfs Lyrabeugel. Dit instrument zorgt voor doorvoering van stroom naar het tractievoertuig met een gelijkmatige druk tegen de rijdraad aan. Daar zijn weer specifieke waarden voor, die mij niet bekend zijn verder. Wel het type stroomafnemer, zoals hierboven de Brown Boveri Compagnie S.A. van Zwitserse makelij. Dit type stond op de meeste G.T.N. wagens destijds en zijn nu nog te zien op enkele museumwagens van de H.T.M. Rechtse inzet: een S.S.W. type B beugel op de H.T.M. 816 Een ander, veel gebruikt, type schaarbeugel op oude tramwagens, was het S.S.W. type B. S.S.W. staat voor Siemens Schuckert Werke A.G. Deze beugel had een mee scharnierende draagbeugel voor het sleepstuk, ook wel zwikstuk genaamd. Het model van de G.T.N. 9 is hier momenteel mee uitgerust, tot dat er twee identieke Lyrabeugels beschikbaar zijn. Linkse inzet: nogmaals een S.S.W. type B beugel, ditmaal op loc 50 van de N.B.M. Bovenstaande foto is gemaakt op de keerlus rond de remise, waar G.T.N. 9 met bijwagen 107 onderweg is naar de halte. Op het dak de S.S.W. type B beugel. Bovenstaande foto is de advertentiefoto van de B.S.M. motortram. Omdat dit van oorsprong een electrische tram is, zit op het dak nog een Lyrabeugel. Vanwege het grotere motorvermogen en de daarmee ook hogere energieconsumptie van de tractiemotoren, reden tot ver in de jaren 30 van de vorige eeuw, de G.T.N. motorrijtuigen met twee Lyrabeugels. Aan de eindpunten was de rijdraad hoger opgehangen, zodat deze Lyrabeugels bijna rechtop stonden. Wanneer het motorrijtuig in tegengestelde richting de reis terug begon, klapte de beugels vanzelf om. Het neerhalen ervan geschiedde met de leren riemen, die op halve hoogte aan beide beugels vast zaten. G.T.N. 8 (nog met de oude 'Jugendstil'-beschildering) op de Grote Markt in Nijmegen, onderweg op lijn 1 van Hengstdal naar St. Anna, via het Stationsplein in 1938.
- Gast-rijden | Model Buurt Spoor
Gast-rijden Op deze pagina worden de gast-ritten beschreven van eigen materieel op een gast-baan en vreemd materieel op eigen baan M.B.S. D III (EL 104 - AB 14) te gast bij de R.T.M. te Ouddorp (ZH) 25 september 2021: M.B.S. D III (EL 104 - AB 14) was te gast op de oude, niet meer bestaande, baan van het R.T.M. museum te Ouddorp (ZH). Deze baan heeft al wel R3 bogen (R=1195 mm) , maar kent helaas ook nog (door ruimtegebrek) de krappe R1 bogen van 900 mm radius. Hierdoor is het haast onmogelijk om met langer materieel (> 60 cm) te rijden, zoals de D III. Met de uitbreiding van het museum en de bouw daarna van de nieuwe baan, zullen deze R1-bogen niet meer op de hoofdbaan worden toegepast. M.B.S. D III (EL 104 - AB 14) met aan de haak R.T.M. 638 uit de eerste bouwserie op de oude modelbaan van het R.T.M. museum te Ouddorp (ZH). M.B.S. D III (EL 104 - AB 14) onderweg richting Rotterdam, halteert hier op station Blaakschedijk.
- De wijzigingen in 2021 | Model Buurt Spoor
De wijzigingen in 2021 2021 begint met revisiewerk aan het materieel in de werkplaats. Hierbij zijn alle standaard L.G.B. koppelingen vervangen door S-KupliX koppelingen van MDS-modell, welke smaller zijn en hiermee minder opvallen. Uit de werkplaats werden opgeleverd; R.T.M. PD 299 koerswagen, M.B.S. 401 platte wagen met opstaande randen en slijpwagen M.B.S. 702. In het nieuwe bovenstaande railplan versie 13.8 van 13-02-2021 zijn de wijzigingen goed te zien (klik op het railplan voor een vergroting). De remise komt aan de andere zijde van het tuinpad te staan op het Handelsterrein, de knik die voorheen op het remiseterrein lag, is eruit gehaald en recht getrokken, waarbij de wisselstraat is verhuisd naar het remiseterrein. Omdat de dieseltrams, vanwege de korte radius, de kleine keerlussen van de electrische tram niet kunnen berijden, is er een keer mogelijkheid gemaakt tussen spoor 20 en spoor 10. Voorts zijn alle tracés verdeeld in electrisch (blauw) en dieselsporen (rood/oranje), waarbij alle sporen nu een eigen nummer hebben (zie legenda linksboven in het railplan). In de periode van 7 t/m 16 februari had het trambedrijf te kampen met een algehele stremming van alle tramverkeer door hevige sneeuwval. De foto is op 7 februari genomen en toont alleen nog zichtbaar de bovenleiding en de gebouwen. Het oude type wisselaandrijving met de wissellantaren van L.G.B. De afdeling seinwezen heeft een aanvang gemaakt om alle analoge wisselaandrijvingen van L.G.B. voor te bereiden en te vervangen door digitale aandrijvingen van ML-Train. Deze nieuwe aandrijving loopt natuurgetrouw om en kan nog steeds analoog worden bediend. Tegen de tijd dat de gehele baan wordt gedigitaliseerd, kunnen de aansluitkabels voor de wissels vanuit het seinhuis en het schakelstation, worden gesaneerd omdat bediening op afstand dan mogelijk is. Alle wissels worden met deze digitale ombouw mede voorzien van een wisselstand-sein in de vorm van een witte en een blauwe LED, welke boven elkaar zijn geplaatst (gezien in de aanrij richting van de wissel). Ligt de wissel recht, dan toont een witte en afbuigend een blauwe LED. Voor deze oplossing is bewust gekozen, de oude wissellantarens van L.G.B. gaven teveel frictie bij het omlopen van de wissel, waarbij deze regelmatig op een 'halve stand' bleven liggen en dus niet volledig omliepen. Het enige wat niet meer mogelijk is in de nieuwe situatie is het open rijden van de wissel, dit leidt onherroepelijk tot een ontsporing... Voor een nog te bouwen overweg, de tram kruist hierbij een looppad, zijn alvast de seinen vervaardigd in de werkplaats. Soortgelijke seinen stonden tot 1966 bij een overweg waarbij de R.T.M. trams de N.S. raccordementssporen kruiste. Het bovenste licht toonde rood, het onderste groen, in model is dit witte licht dus onjuist. De overwegbomen voor deze modeloverweg worden verder niet toegepast. De situatie waarbij de R.T.M. de N.S. sporen in de 2e Rosestraat kruiste. Links, grotendeels buiten beeld de overweg in de 2e Rosestraat voor autoverkeer, rechts de tramoverweg. De overweg werd vanuit de toenmalige Post-K op Rotterdam-zuid bediend, niet ver van deze overweg. Rechts (inzet) dendert het Fuut-stel de overweg over, het sein toont dan een groene lamp. Bij gesloten overweg toont het sein een rode lamp. De tramoverweg was standaard open en werd gesloten naar behoefte, gelijk met de overweg voor het wegverkeer. (foto collectie B. Groeneweg) Na de winterperiode van februari / maart, zijn er behoorlijk wat wijzigingen doorgevoerd op de buitenbaan. Zo zijn alle keerlussen verwijderd en is railplan omgebouwd naar het 'hondenbot'-principe. Hierbij is definitief het oude railplan verlaten en is de dienst uitvoering met de electrische tram opgeheven. De overweg in het midden van het tuinpad is verwijderd, alle bovenleiding is verwijderd en de overweg nabij de schuur is omgebouwd naar dubbelspoor. Ook het Engels wissel, deel uitmakend van de wisselstraat, is verwijderd omdat het binnenspoor tegenover gesteld is gepoold en dus de spoorverbinding tussen binnen- en buitenspoor elektrisch een sluiting zou opleveren. Verder zijn de overwegen naast de schuur (eindelijk) voorzien van bestrating in de vorm van beton, teneinde de overwegen met een fiets of iets dergelijks, zonder hindernissen te kunnen passeren. Voor deze overwegen worden nog passende beveiligingen gemaakt in de werkplaats. Naast de 'grote lus' via het dubbelspoor, is het nog steeds mogelijk om de oude elektrische route 'onderlangs' te rijden, zij het dat deze korter is. De overweg voor het 'model'-verkeer, naast de seinpost, zal ook verder worden aangekleed met de nodige verkeersattributen, evenals de aanleg van een heuse straat, waarbij het verkeer zal worden geregeld met verkeerslichten. Hierover volgt later meer.... Op de foto hierboven zijn de drie overwegen nabij de schuur duidelijk te zien. De oneffenheden zijn weggewerkt met beton, de ruimte tussen de spoorstaven is opgevuld met rubberkurk. Dit rubberkurk is isolerend en flexibel. Verder is groot onderhoud uitgevoerd aan zowel de binnenbaan als onderlangs. Hierbij is alle (te grove en te lichte) oude ballast verwijderd en is het juiste type ballast gestort. Deze nieuwe ballast is fijner van structuur en beter op kleur. Tevens zijn de spoorbermen onkruidvrij gemaakt en opgeruimd. Links 'onderlangs' en rechts de 'binnenbaan' met nieuwe ballast. De brug oprit in de 'binnenbaan' met nieuwe ballast. Rechts net nog zichtbaar de oprit naar wissel 2 met nog de oude ballast en veel onkruid. Links de 'binnenbaan', middenboven de brug oprit en rechts 'onderlangs' met nieuwe ballast. Voor de grote overweg zijn in de werkplaats twee stuks masten met dubbel Andreas-kruis en waarschuwingslicht vervaardigd. Deze waarschuwingslichten knipperen permanent en kondigen niet specifiek tramverkeer aan voor deze overweg. Voor de overweg in het tuinpad zijn zaterdag 19 juni 2021 de seinlichten geplaatst om het tramverkeer te kunnen stoppen, indien hiertoe aanleiding is. Deze geven nog een permanent wit seinbeeld, dit zal binnenkort werkend zijn t.o.v. het tramverkeer. Het 'verkeer' via het looppad krijgt mini verkeerslichten, welke 2e-hands zijn verkregen via internet. Deze normale 3-kleurige verkeerslichten komen beide op een mast geplaatst van 1,2 meter hoog, die strategisch is opgesteld. Vialis onderlichten, van dit type komen er 2stuks bij de overweg Ook zijn M.B.S. 332, 337 en 341 als open bakwagens aan het wagenpark toegevoegd, evenals gesloten wagens R.T.M. 713 en B.S.M. 42 en onkruidmiddel tankwagen M.B.S. 702. Voor de M.B.S. 702 werd de voormalige SHELL-tankwagen omgebouwd, met de wagenvloer van de ESSO tankwagen. De ESSO tank zal een permanente opstelling krijgen naast de remise voor opslag van diesel voor de dieselpomp. Buiten dienst en afgevoerd zijn de zandwagens M.B.S. 281 en M.B.S. 282 en de ESSO tankwagen. Verder heeft de kiosk welke op het stationsplein was gesitueerd, een nieuwe plaats gekregen. De kiosk staat nu tegenover het seinhuis bij de grote overweg. Ter hoogte van wissel 6 staat een klein houten gebouw voor huisvesting van electrische verbindingen ten behoeve van de wisselaandrijvingen van wissels 3, 4, 5, 6, 7 en de afschakeling van spoor 5 (de rode sectie op plan 14.4) . Aan de spoorligging zijn ook wijzigingen doorgevoerd, waarvan hieronder een overzicht. Het is spoorplan versie 14.4 van 4 juli 2021. Het doodlopende stuk spoor wat eerder nog het begin van de grote lus was, is nu als spoor 5 (rood als sectie) bijgevoegd, wat tevens het haltespoor is geworden voor het station. Hiervoor werd wissel 8 tussengevoegd en de nummering van wissels 9 t/m 13 aangepast. De wisselnummering telt nu vanaf de wisselstraat (1a t/m 1d) van links naar rechts via de grote lus tot wissel 11. Wissel 11 voegt de grote lus en onderlangs samen. Wissel 12 en 13 liggen onder de overkapping in de opstelsporen. Sinds enige tijd worden de 2-assige goederenwagens die voor revisie de werkplaats bezoeken, voorzien van een koppelstang tussen beide assen. Dit voor een soepelere loop op de baan. Hiervoor worden in de werkplaats de benodigde onderdelen zelf vervaardigd. Uitleg over de werking kan hier worden gevonden en de benodigde onderdelen bestellen kan hier, maar zelf maken kan natuurlijk ook.... Per 3 juli 2021 zijn alle wisselaandrijvingen voorbereid voor digitaal rijden. De wissels worden momenteel nog met tuimelschakelaars bediend. Wissel 3 welke van spoor 10 naar spoor 11 of 12L leidt, heeft als enige nog een oude EPL sturing. Voor de aansturing van de wisselstraat en het schakelen van sporen is ter hoogte van wissel 6 een verdeelhuisje geplaatst. Dit Rh20 huisje genaamd "Boompjes"is met een 12 aderige kabel verbonden met Rh10 seinhuis "Remise". Deze 12 aders staan 1 op 1 door vanaf de stuurkast. In principe zijn deze 6 aansluitingen semi-permanent en worden niet gewijzigd tenzij nodig. Wissel 6 heeft inmiddels een digitale aandrijving gekregen, maar is hier nog uitgevoerd als wissel met handbediening... foto links: werk in uitvoering. 21 augustus 2021: De grote overweg heeft inmiddels schrikhekken van het oude NS-type. De beveiliging voor het wegverkeer bestaat uit een andreaskruis (oude type) met een permanent knipperend geel waarschuwingslicht. Alleen de weg belijning moet nog worden aangebracht, evenals de verkeersborden. 24 augustus 2021: Hieronder het laatste railplan versie 14.7 van 24 augustus 2021. Alle wissel zijn voorzien van nieuwe nummers en voorbereid voor digitalisering. Klik op het railplan voor een vergroting.
- M.B.S. 220 | Model Buurt Spoor
M.B.S. 220 M.B.S. 220 bouwjaar 2004 was in de tweede serie het tweede model en eigenlijk een 'tussen-project'. De aspotten en veerframe zijn van witmetaal, wat de wagen enigszins kwetsbaar maakte. Geheel geveerd en voorzien van rangeerrem, deed deze wagen op het laatst het meest dienst met de B.S.M. motorwagen. De wagen werd gedemonteerd opgeslagen na een aanrijding (getordeerd frame) en zou mettertijd worden herbouwd, waarbij de bak geheel opnieuw met losse plankjes zou worden samengesteld. De wagenbak is niet herbouwd, het frame wel, waarbij het is uitgelijnd en de scheenstukken vervangen. Dit frame is gebruikt voor reinigingswagen 701, de 220 zal niet worden herbouwd en op papier worden afgevoerd (zie aldaar). In de uitvoering zoals afgebeeld (voor de aanrijding) was de wagen opgebouwd uit panelen, waarbij de plankgroeven waren ingekrast. M.B.S. 220 kort voor de demontage. Herstelverslag van M.B.S. 220 Het herstel van Maas Buurt Spoorweg Mij. EL 101 gesloten goederenwagen is medio september 2022, wederom als tussendoor-project, begonnen. Dit omdat het frame en de losse delen eigenlijk in de weg lagen. Om te voorkomen dat delen zoek raken, heeft de directie besloten dit herstelwerk naar voren te halen in de planning, De wagen zelf was hiervoor op 21 oktober 2020 uiteen genomen, mede door de aanrijdschade van het oude frame. Gepoogd is om het oude frame te richten, echter zonder succes. Dit frame was zodanig getordeerd dat uitrichten niet meer mogelijk was zonder een nieuw frame te maken. Ook was deze wagen eenvoudig opgebouwd uit houten panelen in plaats van de houten plankjes. Dit was de tweede reden voor herbouw. Deze gesloten goederenwagen werd kort na de voltooiing van de M.B.S. EL 103 D IV aansluitend gebouwd in 2004. M.B.S. 204 uit dezelfde serie in nieuwstaat op het fabrieksterrein van Allan & Co te Rotterdam Boven de rechter aspot is enigszins de rem hefboom te zien in de benedenstand (wagen is geremd) Het frame van deze serie van 20 Allan wagens was zwart, evenals de bakstijlen, de bak (opbouw) was grijs van kleur. Een serie oude opnamen van de vervaardiging van het eerste frame van de M.B.S. 220 Op de laatste foto is duidelijk het witmetalen deel te zien, wat oorspronkelijk bedoeld was voor een Engelse gesloten goederenwagen in schaal 1:32 (Spoor 1) Een tweetal opnamen van de demontage van de M.B.S. 220 op 21 oktober 2020. De wagenvloer was gemaakt van een bodem van een sigarenkistje (!)... Op de achtergrond is de M.B.S. EL 104 D III in aanbouw, ervoor liggen de houten panelen van de 220. Het kale frame van de 220 Een poging om het getordeerde frame te richten. Duidelijk is te zien dat de scheenstukken voor de aspotten scheef ten opzicht van het frame staan Het oude frame heeft aan een zijde nieuwe scheenstukken, gemaakt van oude Regner rails welke teruggefreesd zijn naar T-profielen. De breedte van de railvoet bleek even breed als de oude witmetalen scheenstukken. Een detail foto van een van de nieuwe scheenstukken. Alles is nu van messing met uitzondering van de nagebootste bladveer, dit zijn de oude die er altijd al onderzaten. De spiraalveer erachter is wel zwaarder uitgevoerd dan oorspronkelijk, wat de wagen een rustigere loop zal geven. De restanten van het oude witmetalen frame, ontdaan van alle nog bruikbare zaken, is verantwoord afgevoerd. Het frame van de 220 zal worden benut voor reinigingswagen 701. Dit houdt in dat de 220 niet zal worden herbouwd en op de materieellijst is gemuteerd. Reden hiertoe zijn dat de herbouw kosten te hoog uitvallen. Van de bouw van de 701 zal een eigen bouwverslag worden opgemaakt, dit bouwverslag van de 220 wordt hier afgesloten.