M.B.S. EL 101
Het negende model is de M.B.S. EL 101 post-bagagewagen.
Om de herkomst van de houten motorwagens te kunnen tonen, mag deze post-bagagewagen beslist niet ontbreken in het materieel bestand van de M.B.S.
Het is de eerste post-bagagewagen gebouwd door de M.B.S. werkplaats, waarmee aan de vraag werd voldaan.
M.B.S. LE 101 is sinds 9 oktober 2022 in dienst.
Beschrijving van post-bagagewagen M.B.S. EL 101
Met de bouw van Maas Buurt Spoorweg Mij. EL 101 post-bagagewagen werd gestart
begin juli 2022 in de M.B.S. werkplaats.
De vraag om een eigen gebouwde post-bagagewagen in het materieelbestand te bezitten, werd hiermee voldaan.
Omdat uitgezonderd de EL 101, alle M.B.S. motorwagens werden verbouwd uit serie EL 101-106, toont
deze post-bagagewagen de oorspronkelijke uitvoering van deze serie wagens.
De M.B.S. EL 101 is in de uitvoering van indienststelling op de rails gekomen, dus als LE 101.
​
De M.B.S. post-bagagewagens serie 101-104 werd in 1913 geleverd, de 105 en 106 in 1916.
Was eerder de naamgeving LE 101-106, na een aantal jaren werden de letters omgedraaid.
L staat voor Lettres (Frans voor brieven = post) en E voor Expresse, duidend op de vracht afdeling.
​
Een opsomming van deze verbouwingen: EL 101 ongewijzigd
EL 102 in 1938 verbouwd tot motorwagen D V
EL 103 in 1937 verbouwd tot motorwagen D IV
EL 104 in 1936 verbouwd tot motorwagen D III *
EL 105 in 1935 verbouwd tot motorwagen D II *
EL 106 in 1934 verbouwd tot motorwagen D I *
(* D I, D II en D III reden in wisselende combinaties met de rijtuigen AB 12, AB 13 en AB 14)
​
​
​
​
M.B.S. LE 102 in nieuwstaat op het fabrieksterrein van Allan & Co aan de Kleiweg te Rotterdam in 1913, kort voor de aflevering aan de M.B.S.
De M.B.S. werd nog met letters aangeduid zonder de ruitvorm eromheen en de letters L.E. waren nog niet omgedraaid.
Onder het tweede raam van links de brievenbus met een witte envelop erboven afgebeeld ten teken dat men op halteplaatsen
en stations post kon aanbieden.
De vermoedelijke reden waarom men begon met de EL 106 tot motorwagen is, dat als er twee post-bagagewagens
zouden zijn verbouwd, de overige altijd een sluitende serie zouden blijven vormen.
Deze post-bagagewagens leenden zich uitstekend tot deze verbouwingen, waarbij het frame-deel tussen beide
draaistel-taatsen alleen bij de EL 102 en EL 103 werd verzwaard, om de zware dieselmotor en generator te kunnen dragen, zonder overmatige doorbuigingen.
Mede om deze reden is het frame van de EL 101 niet gebruikt bij de herbouw van de R.T.M. M 68 (1e) tot de M 67, het
zou helemaal opnieuw moeten worden verzwaard.
Bij de EL 106, EL 105 en EL 104 stonden de dieselmotor, generator en appendages op een
afzonderlijk geveerd subframe.
​
De eerder genoemde EL 101 bleef uiteindelijk ongewijzigd, maar het vermoeden bestaat dat de bouw van een zesde motorwagen om alle stoomloc's te kunnen vervangen (dit zou in 1940 de D VI kunnen zijn geworden), door
de uitbraak van de 2e Wereldoorlog werd verhinderd.
We zullen het echter nooit weten...
De bagage-afdeling bevond zich 2/3 rechts van het midden en het post-afdeling 1/3 links ervan.
Bij de EL 106, EL 105 en EL 104 werd de post-afdeling gebruikt als cabine, waarbij beide toegangsdeuren en de kopdeur achterin de bagage-afdeling ongewijzigd konden blijven.
De post-zijde werd gekenmerkt als de voorzijde en dit is nog steeds zo bij de R.T.M. M 67.
De EL 103 en EL 102 kregen voor en achter 'n stuurstand (de cabine was korter dan bij de EL 104 - EL 106), dit
waren losse locomotieven (bij de M.B.S. noemde men deze 'Trekkers').
​
Aan de buitenzijde bevond zich een brievenbus en een toegangsdeur aan beide zijden in de post-afdeling, terwijl de bagage-afdeling aan weerszijden een grote schuifdeur had en een deur in de kopwand.
Tevens had de post-afdeling een post sorteer inrichting, maar geen doorloop mogelijkheid en was de hele wagen uitgerust met gasverlichting.
​
Ook deze EL 101 werd in de eerste maanden van 1946 verkocht aan de R.T.M. in Rotterdam en arriveerde met al het andere rollend reizigersmaterieel van de M.B.S. op het Handelsterrein aldaar.
Ze is nimmer met een R.T.M. nummer in dienst gesteld en omgespoord, de draaistellen werden in 1954 na omsporing,
met de twee tractiemotoren van de R.T.M. M 74, gebruikt voor de R.T.M. M 1807 'Scholekster'.
Het oude frame met de restanten is uiteindelijk in 1955 gesloopt en op papier gemuteerd en afgevoerd.
​
Technische gegevens:
​
* Lengte over de buffers gemeten: 10940 mm
* Lengte wagenbak: 10000 mm
* Breedte wagenbak: 2060 mm
* Hoogte wagenbak: 3250 mm
* Radstand (as afstand in draaistel): 1400 mm
* Truckstand (afstand tussen draaisteltaatsen): 6750 mm
* Wieldiameter: 700 mm
* Gewicht inclusief assen: 10920 kg
* Gewicht exclusief assen: 9890 kg
* Draagvermogen: 10000 kg
* Laadvermogen: 10000 kg
​
Indienstelling: juni 1913
Serie: L.E. 101 - 104
Fabrikant: Allan & Co´s Koninklijke Nederlandsche Fabrieken van Meubelen en Spoorwegmaterieel N.V. Rotterdam
​
​
​
​
​
M.B.S. EL 101 op het Handelsterrein te Rotterdam na aankomst uit Gennep, 20 april 1946.
Net als al het andere M.B.S. materieel had het enorm veel oorlogsschade opgelopen
Een kopie van de originele Allan & Co overzichtstekening uit 1912 van M.B.S. EL 101-106 is gebruikt voor de bouw van het model.
​
M.B.S. EL 101 rechter achterzijde op het remiseterrein te Gennep, 15 augustus 1942.
Bouwverslag van M.B.S. EL 101
Zoals ook de EL 102, M 67 en EL 104 en ander zelfbouw materieel zijn gebouwd, wordt begonnen met
het op maat maken, uitrichten, verzwaren met ballastgewicht en samenstellen van het frame.
De taatsen hebben een iets andere oplegging dan het overige materieel, dit is bewust gedaan.
Het uitwisselen van draaistellen met de rijtuigen is niet mogelijk, in tegenstelling tot het grootbedrijf.
De EL 101 heeft aangepaste kortere koppelbomen.
De framebalken zijn aan elkaar gesoldeerd voor verdere afbouw
Het frame van de EL 101 heeft hier het ballast gewicht al in het midden voor gunstige rij-eigenschappen plus beide draaistel taatsen.
De volgende stap is het tijdelijk monteren van de draaistellen, al is nog niet helemaal duidelijk welk type eronder komen.
De draaistellen die er nu onder zitten, zijn de originele, ooit vervaardigd voor de AB 14.
Voor betere rij-eigenschappen van de AB 14 zitten daar standaard LGB draaistellen onder, zoals het draaistel op het testspoor.
...met assen gemonteerd...
...en 'op z'n pootjes' gezet op het testspoor.
De volgende stap is de hoogte van het frame afstellen t.o.v. het spoor, opdat de buffers ook de juiste hoogte krijgen.
Het stootwerk is reeds gemonteerd, evenals de staande profielen welke de uiteindelijke opbouw vormen.
Wanneer de kroonlijst (dit zijn de liggende profielen die het dak dragen) erop zit, kunnen de staande profielen aan het frame worden geklonken, nu zit alles nog gesoldeerd.
Een close-up van de oude draaistellen van de AB 14.
Omdat de rij-eigenschappen van deze draaistellen onbekend zijn, zullen ze niet onder de EL 101 gemonteerd worden.
Ook de EL 101 krijgt gelagerde assen in standaard draaistellen, zoals de rijtuigen deze ook hebben.
De werkplaats heeft inmiddels de eerste planken geplaatst.
Dit is de bagage-zijde met een naar rechts schuivende kopdeur.
De (andere) post-zijde heeft geen doorgang.
De wagenvloer zal eerst nog worden aangebracht, voordat de wanden verder worden opgebouwd.
De linker zijwand in opbouw met erachter de Allan foto van de EL 102 als referentie.
'n Korte optelsom leert dat er ongeveer 600 1mm bout-moer verbindingen op de EL 101 zitten om alle latten op hun plaats te houden.
Op de positie van de vierde stijl van links komt de scheidingswand tussen de postafdeling links en de bagageruimte rechts.
Nogmaals de linker zijwand zonder deuren en ramen op 26 september 2022.
De opbouw is, op de hoek rechtsachter na, gereed voor inrichting en afwerking.
Aan de rechterzijde moeten alle stijlen nog aan het frame geklonken worden.
Werk genoeg, we zijn er nog niet....
Het zetten van de scheidingswand tussen postafdeling en bagageruimte.
Deze tussenwand had geen deur, net als de kopwand van de postafdeling.
Voor het afhandelen van de post reed in de begintijd altijd een beambte mee, die samen met de conducteur als enigen toegang hadden.
Het was ook mogelijk om postpakketten mee te geven, dan wel brieven of kaarten te posten.
Hiertoe zaten naast de beide toegangsdeuren brievenbussen of je gaf je pakket aan de postbeambte of conducteur af.
Duidelijk zichtbaar zijn de vele kopjes van de 1mm boutjes waarmee de plankjes aan de stijlen zijn bevestigd.
Het plaatsen van de binnenwanden van de post afdeling, enig comfort voor de postbeambte is in de wintermaanden wenselijk.
In werkelijkheid was dit compartiment ook dubbelwandig uitgevoerd, om dezelfde reden.
In model zal de overgang tussen buiten en binnenwanden worden afgewerkt met een flinterdun latje, waartussen de deuren worden geplaatst.
De linker deur van de postafdeling klaar om gemonteerd te worden.
Op de binnenwand zijn reeds 4 gaatjes met M1 draad voorgetapt om de beide scharnieren te kunnen vastzetten.
De eerste (linker) deur hangt op z'n plaats.
Links achter de deur is de pakkettentafel tegen de kopwand gemonteerd met rechts daarvan het wiel voor de schroefrem.
Deze schroefrem diende ervoor de wagen geremd weg te kunnen zetten, immers heeft het geen eigen remluchtreservoir.
Wel kon de wagen in treinsamenstelling doorgaand geremd worden vanaf het tractievoertuig.
En de rechter deur kort voor het inhangen.
Een van de dingen die nog in het interieur van de post-afdeling ontbrak, was het kleine fonteintje.
Het is een eigen interpretatie geworden op basis wat ik van de tekening kon opmaken.
Een losse achterwand met boven het wasbakje een waterreservoirtje met 'n liter of 10 aan water.
Aan vermeldingen als "geen drinkwater" of dergelijke deed men 110 jaar geleden nog niet, water is water.
Er zal vast een voorschrift zijn geweest voor het regelmatig reinigen en vullen van dit reservoir, maar zoals met alles, verloederde de regelgeving en zal het reservoir meestentijds leeg zijn geweest.
Men kon immers op elke halte of station tussen Gennep en Venlo water, of in de meeste gevallen, koffie verkrijgen.
Het lijngedeelte Gennep - Venlo was het eerste werkgebied van de LE 101-106, tot dat de M.B.S. de eerste wagens ging ombouwen tot tractievoertuigen.
Vanaf 1938 kwam het lijngedeelte Gennep - Nijmegen erbij voor het postvervoer.
Het was toen al 'n beetje te laat, ook voor het gehele trambedrijf, het wegvervoer met auto's, bussen en vrachtwagens nam geleidelijk de 'macht' over.
​
De tweede foto laat het interieur zien, in een licht hout kleur met het fonteintje, links ervan de schroefrem en rechts tegen de scheidingswand het sorteergedeelte.
Dit uit 25 sorteervakken bestaande meubel is ook een interpretatie van wat ik vanuit de tekening kon opmaken.
​
Aan de buitenzijde van de post-afdeling zaten links en rechts brievenbussen.
Dit omdat men op haltes en stations de mogelijkheid had om brieven te kunnen posten.
Deze werden door de post-beambte van een vierkant stempel voorzien, ten teken dat het in een railvoertuig is ontwaard.
In Gennep of Venlo werd deze post overgedragen aan de Posterijen voor verdere distributie.
Per tram een brief versturen ging over het algemeen sneller dan op de gebruikelijke manier via het postkantoor.
Overigens hadden niet alle trambedrijven deze luxe.
​
De enige deur in de kopwand is ook beweegbaar gemaakt.
Omdat de EL 101 zeer gedetailleerd is gebouwd, zijn alle deuren beweegbaar gemaakt.
Ofschoon er in beide afdelingen ramen zitten, geeft een open deur meer zicht op het interieur.
Op de foto hieronder is één van de schuifdeuren in de maak.
Belangrijk hierbij is dat het frame van de deur absoluut haaks is, anders loopt de deur vast op de geleiderail.
Het is gemaakt van 2x2 H-profiel waarbij de bovenste en onderste profielen op een T-profiel schuiven.
Voorts komen alle andere zaken, zoals de deurstoppers, handgrepen, haaksloten, etc. pas op de wagen wanneer beide schuifdeuren goed op de geleiderail schuiven.
Op de afbeelding links de binnenzijde van de linker schuifdeur met diens vergrendeling.
Deze vergrendeling is een haak welke over een pen valt en geborgd wordt met een veertje.
Dit is voor beide schuifdeuren gelijk.
Op de foto links en onder een close-up van deze haak.
De 1mm as schuift door de deur heen en is aan de binnenzijde met een veertje gespannen, zodat de schuifdeur vergrendeld blijft.
De EL 101 heeft de eerste laklaag erop zitten.
Het interieur is gereed en het dak ligt reeds klaar voor afwerking.
Het post-compartiment krijgt nog een extra plafond.
Voorts zullen alle handgrepen, lucht en stoomleidingen, koppelingen, schroefrem, opstaptreden, diverse klinknagels, twee persgaslampen, verstevigingsdriehoeken en buffers nog moeten worden aangebracht.
Alle nog ontbrekende onderdelen zijn gemonteerd en de schilder is begonnen met het zeer geduldige schilderwerk.
Eerst de onderzijde (zie foto), waarna de eerste blanke laklaag voor enkele nog niet gelakte houten delen volgde.
De stijlen worden hierna bruin geschilderd.
Zodra dat klaar is, volgt de tweede blanke laklaag.
De post-afdeling krijgt een plafond, de bagage-afdeling niet.
Als de hele wagen klaar is, kan het dak erop...
maar zover is het nog lang niet.
De bruine verf voor de stijlen moest nieuw worden besteld, de oude verf was niet luchtdicht weggezet na het vorige gebruik bij de R.T.M. M 67.
Met enamel-verven van Humbrol en Revell is dat evenzo, na verloop van tijd ontstaat er een laag van uitgeharde verf langs de afdichtrand van de potjes, waarlangs lucht kan.
Dat is een van de redenen waarom er maar 14 ml verf in zit.
'n Detailopname van de post-afdeling of, zo u wilt, post-compartiment.
Linksboven met de hand op het hout geschilderd het wagennummer, waarbij gekozen is voor het oorspronkelijke nummer
wat de wagen kreeg in 1913 bij de indienststelling.
Onder het raam rechts weer de brievenbus, nu aangeduid met een witte envelop met rode lakzegel.
Op de fabrieksfoto van Allan is dit ook aanwezig, al is het moeizaam zichtbaar.
​
Hieronder een detailopname van de bagage-afdeling, met op dezelfde hoogte wederom het wagennummer.
Midden op de schuifdeur de letters van de maatschappij: Maas Buurt Spoorweg.
Later werden deze omkaderd met een ruitvorm, persoonlijk vind ik zonder het kader mooier...
Zoals eerder vermeld ligt het dak reeds klaar voor montage.
Het wachten is nu op de bruine lak voor de stijlen.
De M.B.S. L.E. 101 nadert z'n voltooiing, de wagen is inmiddels geschilderd en de draaistellen zitten eronder met de juiste gelagerde assen.
Voor de draaistellen waren oorspronkelijk twee standaard L.G.B. draaistellen begroot, doch van deze draaistellen
moesten de koppeling-uithouders 25mm worden ingekort.
De draaistellen uit de eigen werkplaats kunnen helaas niet samengesteld worden met de gelagerde assen van TL45, de beide as uiteinden hiervan
maken sluiting via het draaistelframe.
​
​
​
De laatste kleine zaken worden bijgewerkt, voor zover dit nog niet was gebeurd.
De draaistellen zijn uitgewisseld met die eronder horen voor een probleemloze dienstuitvoering.
De foto is gemaakt, kort voordat het dak erop werd verlijmd...
Het zanden van het dak.
Daken van rijtuigen en goederenwagens werden tot in de jaren dertig gedicht met zeildoek.
Dit dik linnen zeildoek, zoveel mogelijk uit 1 stuk bestaande, werd met lijnolie ingesmeerd waarna er gedroogd en gezeefd wit (= geel) zand op werd gestrooid als waterdichte laag. Na drogen werd het dak weer met lijnolie of watervaste lak bestreken en soms nogmaals bezand.
Het vernissen of bestrijken met lijnolie werd een paar keer herhaald zodat het dak helemaal waterdicht was.
Aan de randen werd het doek omgeslagen en afgedekt met een lat.
Bij rijtuigen was deze lat redelijk fors en geprofileerd in een min of meer kwartrond profiel.
Dat de daken op oude foto's zo licht van kleur lijkt, komt door deze werkwijze.
Omdat de LE 101 is gebouwd en afgeleverd in de staat waarin het destijds bij de M.B.S. in dienst werd gesteld, is ook het dak in deze zandkleur gemaakt.
De opleverstaat van M.B.S. L.E. 101.
De post-bagagewagen is hiermee gereed en opgeleverd met indienststellingsdatum 09-10-2022.
Dit nieuwbouwproject is afgerond.