M.B.S. 45 'Venlo'
Het twaalfde model wordt de M.B.S. 45 'Venlo'.
Om een complete M.B.S. stoomtram te kunnen samenstellen, mist nog een stoomtramloc.
Deze donkerblauwe Hohenzollern machines hebben van 1913 tot het eind in 1944 gereden.
Met de opbouw kan pas worden begonnen met de juiste tekening, tot die tijd ligt dit project stil en hebben andere aangekondigde modellen voorrang..!
Bouwverslag van M.B.S. 45 Hohenzollern fabrieksnr. 3046 van 1913
Op de buitenbaan van de M.B.S. rijden eigenlijk geen stoomtram locomotieven, omdat hiervoor de voorzieningen
als zijnde een kolenbunker, watertap en asput, simpelweg ontbreken.
De M.B.S. werkplaats heeft de bouw aangekondigd van Hohenzollern M.B.S. stoomtramlocomotief serie 40-47, om een complete stoomtram samen te kunnen stellen met post-bagagewagen LE 101 en de rijtuigen AB 1 en AB 7.
​
Als representant van deze serie, is gekozen voor de M.B.S. loc nr. 45, Hohenzollern Düsseldorf
fabrieksnrs. 3046 uit 1913.
De loc wordt gebouwd als de indienststellingsversie, zonder de midden-ramen in beide kopwanden en gebouwd
vanaf de originele M.B.S. tekening uit 1913.
Een bewerkte fabrieksfoto van M.B.S. 45 'Venlo' met de naam van M.B.S. 42 'Gennep'.
De loc lijkt boven de rails te zweven, doch wie goed kijkt ziet dat voor de railborstels de rails wel degelijk op de juiste hoogte ligt.
Deze foto stamt uit 1912 en de loc is in grijstinten geschilderd voor een betere contrastverhouding.
Waarom de loc de naam Gennep heeft i.p.v. Venlo, zal waarschijnlijk betrekking hebben gehad op de vestigingsplaats van de afnemer: Gennep.
In het boek "De stoomtramlocomotieven der Nederlandse tramwegen" van Ir. S. Overbosch (ISBN 90.6707.051.3)
beschrijft de auteur op de pagina's 151 en 152 dit type als volgt:
​
De M.B.S.-locomotiefnummers pasten in het nummerschema van de N.B.D.S.
Dit was voor de N.B.D.S. gemakkelijker, omdat de M.B.S.-machines in de N.B.D.S.-werkplaats te Gennep in onderhoud waren voor grote herstellingen. Van 1932 af werd deze werkplaats door de M.B.S. van de N.S. gehuurd.
Omstreeks 1920 werden de locomotieven 40-45 voorzien van grotere waterbakken.
In 1924 werd voor deze machines bij Hagoort, Tilburg een reserveketel aangeschaft, welke een vuurkist had die 5mm dieper was dan de oorspronkelijke uitvoering.
De machines 46 en 47 kregen een voorverwarmer (Verwarmd oppervlak 2,5m²) met een Knorr-voedingspomp van 3m³/h, die ze tot het laatst gehouden hebben.
Van kolen- of waterbesparing ten opzichte van de 40-45 is in de dienst weinig of niets gebleken.
Alle locomotieven hadden een Knorr-luchtdrukrem.
De machines voldeden zeer goed.
Ze reden alle diensten, totdat in 1934 begonnen werd met de invoering van diesel-elektrische tractie.
Sedertdien werden de locomotieven geleidelijk buiten dienst gesteld.
Slechts twee stuks bleven als reservelocomotief dienstvaardig.
In 1940 werden verschillende machines weer in dienst gesteld.
Ze waren echter in de voorafgaande jaren danig verwaarloosd, zodat de M.B.S.-trams toen niet te vergelijken waren met de keurige, goed onderhouden stoomtrams van vóór 1934.
Tijdens de bevrijdingsgevechten langs de Maas in 1944 hebben baan en materieel zo ernstig te lijden gehad van het oorlogsgeweld, dat in 1947 het gehele trambedrijf werd opgeheven.
De locomotieven, die na 1944 geen dienst meer hadden gedaan, werden gesloopt, behalve de 44 die als verwarmingsketel naar Utrecht werd verkocht.
​
De M.B.S. stoomtramlocomotieven hadden alle een naam:
40 Nijmegen
41 Plasmolen
42 Gennep
43 Bergen
44 Arcen
45 Venlo
​
Vernoemd naar plaatsen aan de lijn Nijmegen - Venlo.
In 1920 werd de serie van zes locomotieven aangevuld met nog 2 stuks van hetzelfde type.
Ook deze twee machines kregen een naam:
46 Mook
47 Velden
​
Naast het eerder door Ir. Overbosch beschreven onderhoudsschema bij de N.B.D.S., hadden alle machines ook het kleurenschema van de moedermaatschappij.
Deze waren blauw van kleur met rode biezen afgezet.
​
​
Een stoomtram van de M.B.S. naar Venlo in de Spoorstraat in Gennep, bestaande uit locomotief M.B.S. 45 'VENLO' (Hohenzollern 3046/1913), goederenwagen 122 (ex V.M.H. 151) en personenrijtuigen AB 1 en 5, kijkend in noordwestelijke richting, 21 augustus 1943
(Archief N.V.B.S. / Foto J.J. Overwater)
Op deze site is de juiste kleur blauw, welke de N.B.D.S. en de M.B.S. voor hun locomotieven hanteerde, nog niet eerder besproken.
Deze typisch blauwe kleur is nog steeds te verkrijgen bij verfwinkels en bouwmarkten.
NBDS-blauw Sikkens ACC U0.40.20 is de juiste code, waarbij het wijs is om ook de witte basisverf van Sikkens te nemen.
​
Een willekeur aan afbeeldingen van de mogelijk juiste kleur blauw...
Van boven naar beneden: Loc 40 op een olieverfdoek van Harry Maas (foto F. Prinsen), rechtsboven een model in 1:87 h0m, eronder
een boekje van Jan Feith met een loc uit de serie 40-47 afgebeeld.
Linksmidden een model van de N.B.D.S. 30-35 in het spoorwegmuseum (foto N. Spilt)
Onderaan een foto van de oorspronkelijke naamplaat van M.B.S. loc 45 met de juiste blauwe kleur.
Deze typisch blauwe tint staat ook bekend met de naam Caledonian Blue, maar daarin zijn er weer meerdere tinten.
Zoals U reeds heeft kunnen opmerken, is het bepaald geen sinecure om de exacte blauwe kleur vast te stellen.
Nu zijn er zeker deskundigen die weten wat de mengcode is van de verf, dan nog is het maar de vraag of dit juist is.
Wat ik hiermee wil aanduiden is, dat (net als geluid) kleurwaarneming voor iedereen anders is.
Omdat stofdeeltjes in de lucht tussen object en fotograaf de waarneming en dus ook het vastleggen van de foto het object voor de fotograaf lichter doet lijken, is een foto niet altijd representatief, zeker geen opname van ruim 90 jaren oud.
Ook het geheugen van een mens is zelden een goede graadmeter...
Evengoed, ergens zal de schilder in de werkplaats vast een kleurenstaal hebben gebruikt om de destijds toegepaste lak op de locomotieven, opnieuw te kunnen aanmaken.
Voor het model van de M.B.S. 45 zal ik me moeten beroepen op de deskundigheid en gegevens van derden.
Vanuit fotomateriaal en documentatie is het een nagenoeg onbegonnen werk dit zelf te doen.
Voor de M.B.S. werkplaats zijn er twee bronnen die gegevens kunnen aanleveren voor de juiste blauwe verf.
Dit is de Firma Phildie uit Kampen en MK-Modelbouwstudio uit Haarsteeg, van beiden zal een verfmonster worden besteld, zodat de beide stalen met elkaar kunnen worden vergeleken.
Voor historisch Nederlands spoor en trammaterieel zijn dit dé adressen.
Als de beide stalen minimaal afwijken van elkaar, zit de juiste kleur ertussen in.
Immers, beide leveranciers leveren onafhankelijk van elkaar en zullen elk hun eigen bron hebben.
Voormalig loc 5 op de kleine keerlus om de remise in 's-Hertogenbosch, 14 juli 2020
Deze loc heeft de juiste aandrijving.
Inzet: de standaard B-aandrijving van L.G.B.
Voor de aandrijving van de M.B.S. 45 wordt een standaard B-aandrijving van L.G.B. gebruikt voorzien van spaakwielen met
koppelstangen, zoals de L.G.B. 2090 rangeerloc deze ook heeft.
De drijfstangen van de cilinders naar de achterste as worden achterwege gelaten, ze zijn onzichtbaar in bedrijf.
De radstand van deze B-aandrijving is 77mm, voor de M.B.S. 45 is 80mm nodig.
Het verschil van 3mm in model maakt het 1:1 tot 1710mm i.p.v. de 1800mm die de loc in werkelijkheid had.
Dit verschil is te verwaarlozen en zal alleen storen wanneer het wordt opgemeten of bekend is.
Met deze B-aandrijving wordt tevens de toepassing van de HLW-trucks voor nieuw materieel verlaten, daar
de HLW-trucks voorlopig niet meer verkrijgbaar zijn (helaas).
Deze B-aandrijving staat garant voor een probleemloos en betrouwbaar gebruik, waarvoor losse onderdelen nog volop verkrijgbaar zijn bij diverse leveranciers.
Een ander groot voordeel van deze aandrijving is, dat één wiel uitgerust is met een anti-slip bandje, wat enorm veel trekkracht oplevert en één van de assen achteraf kan worden uitgerust met een pulsgever voor de rookgenerator.
Deze pulsgever geeft per omwenteling van de as een puls af naar de electronica, die deze benut voor de rookgenerator en de soundmodule, die naderhand wordt ingebouwd bij digitalisering.
'n Kopie van de originele tekening M.B.S. 40-45 uit 1913 van Hohenzollern.
De kopie is in schaal 1:20½, een fractie te groot om vanaf te werken.
Voor het juiste zou deze opnieuw moeten worden gekopieerd naar 91% om tot de schaal 1:22½ te komen.
'n Eenvoudige oplossing door het origineel 93% te verkleinen was voldoende.
De materialen voor loc 45 zijn inmiddels geleverd.
Bij deze levering zat ook de 1½mm dikke voetplaat, 100mm breed en 191,1mm lang.
Anders dan bij de B.S.M. 10 kan hier wel de standaard B-aandrijving van L.G.B. toegepast worden, al dienen voor de wielen wel extra uitsparingen te worden gemaakt.
Deze uitsparingen worden later weer afgedekt zodat de wielen niet zichtbaar blijven.
De B-aandrijving is klaar voor verdere toepassing, waarbij de wielen en koppelstangen reeds de specifieke blauwe kleur hebben gekregen die de loc zelf ook krijgt.
De losse draad op de aandrijving is van de pulsgever, in voorbereiding voor de ombouw naar digitaal rijden.
​
Voor een mooi laag adhesie gewicht zal op de plaats van de waterbakken naast de wielen en achter de bufferplaten ijzeren blokken worden verwerkt.
​